Categoriearchief: Inspiratie
door Sanne Hoving
Je kent ze vast wel. Van die mensen met een leuke baan, die hard werken maar die het ogenschijnlijk ook komt aanwaaien. ‘Ik ben er ingerold’, of ‘ik werd gevraagd’, is vaak hun antwoord op de vraag hoe ze aan hun baan zijn gekomen. Zo iemand was Bert Moormann. Tot het begon te kriebelen.
Bert werkte tien jaar bij Spark toen hij voelde dat hij weg moest. Het bedrijf en hij hadden beide een sterke ontwikkeling doorgemaakt, maar na tien jaar kwam die ontwikkeling stil te liggen. Bert wilde weg. En snel. Dus hij ging overal solliciteren, en hij werd aangenomen bij een IT-bedrijf.
Dat die stap eigenlijk een vlucht was, besefte Bert al gauw: ‘Bij Spark was ik te lang blijven hangen op de automatische piloot. Omdat het lekker ging had ik niet nagedacht over mijn ontwikkeling. Tot het bedrijf tot stilstand kwam en ik verrast werd dat ik zelf geen plan had. Toen ben ik in een soort paniekreactie naar de IT overgestapt. Binnen drie maanden wist ik dat ik op de verkeerde plek zat.’
Een rigoureuze keuze
Zijn oude werkgever belde, of hij terug wilde komen, maar dan in een andere functie. Weer kreeg Bert een keuze op een presenteerblaadje. Hij werkte nog eens vijf jaar bij Spark, werd zelfs aandeelhouder, maar echt gelukkig werd hij er niet van. In 2005 kwam het besef: ik moet een plan. Dus maakte Bert een rigoureuze keuze.
‘Ik nam ontslag. Zonder uitzicht op een nieuwe baan. Ik ging veel wandelen, veel nadenken, in de hoop dat de antwoorden dan vanzelf wel zouden komen. Het was heerlijk, dat wandelen, maar het gaf geen antwoorden. Ik had helemaal de discipline, de kennis en het netwerk niet om dit in mijn eentje te doen.’ En zo kwam Bert bij Cvites binnen.
Voor het eerst in zijn leven dacht Bert na over wat hij echt wilde. ‘Dat had ik nooit geleerd. Op school koos ik gewoon waar ik goed in was en ook thuis ging het niet over gevoelens. Bij Cvites ontdekte ik mijn maatschappelijke drijfveer. Mijn werk moet van betekenis zijn voor andere mensen. Het gaat niet om het geld verdienen, maar om de wereld een beetje mooier maken.’
Gaat het wel goed met jullie?
Terwijl Bert zichzelf steeds beter leerde kennen, begreep zijn omgeving weinig van zijn keuzes. Oud-collega’s, ouders en vrienden vroegen zich af of het wel goed met hem ging. Helemaal toen Bert en zijn vrouw ook nog hun vrijstaande huis verkochten om kleiner te gaan wonen. ‘Het gaat beter dan ooit’, was het antwoord van Bert. Weg met alle spullen en kiezen voor wat er echt toe doet.
Inmiddels heeft Bert weer een goede baan, als bestuurder bij woningcorporatie Domesta. De keuzes die hij in het verleden heeft gemaakt, maken dat hij nu anders in het werk staat. ‘We wonen goedkoop en bovendien heb ik geleerd dat het wel goed komt als je je baan kwijtraakt. Op spannende momenten durf ik daarom nu mijn eigen positie ter discussie te stellen. Daardoor kan ik scherpere keuzes maken.’
Een bestuurder met visie
Als bestuurder bemoeit Bert zich het liefst zo min mogelijk met de uitvoering. ‘De manier waarop ik zelf graag werk, vinden veel medewerkers ook prettig. Die willen ruimte, autonomie en goede voorwaarden. Ik dacht vroeger dat een bestuurder iemand was die alles wist en alles kon. Als je zo’n bestuurder bent, krijg je heel ongelukkige medewerkers. Je bent vaak geneigd om te veel te doen, maar je moet juist een visie vormen, richting geven en daarna loslaten.’
Bert staat nu aan het roer van een veranderende organisatie. Na een periode van digitalisering en standaardisering is zijn visie dat de woningcorporatie juist meer maatwerk moet leveren. Dit vraagt van de medewerkers ondernemerschap en meer verantwoordelijkheid bij de uitvoering.
Voor sommige medewerkers is dat even wennen, maar er zijn ook mensen die eindelijk het plezier in hun werk terugvinden. ‘Die zijn bij een woningcorporatie gaan werken vanuit een maatschappelijke drijfveer, niet omdat ze een zo efficiënt mogelijke organisatie willen neerzetten. Een deel van onze huurders is laaggeletterd, we hebben veel oudere huurders. Een volledig gedigitaliseerde organisatie past daar niet bij.’
Met energie thuiskomen
Twintig jaar geleden had Bert niet kunnen voorspellen dat hij bestuurder bij een woningcorporatie zou worden. ‘Ik had nooit gedacht dat ik dit werk zou kunnen. Ik vond mezelf veel te zakelijk voor de corporatiewereld. Mijn wereld is groter geworden door het loopbaantraject bij Cvites. Maar het licht is pas echt aangegaan toen ik bij Domesta ging werken. Een betekenisvolle bijdrage leveren bij een organisatie die ertoe doet, dat vind ik belangrijk. Ik kom met energie thuis. Dat is voor mij de enige graadmeter.’
Deze les leert hij ook aan zijn kinderen. ‘Een van mijn dochters wil kok worden, maar vindt communicatie ook heel leuk. Ze vroeg laatst: ‘Wat verdient beter?’ Ik probeer haar dan uit te leggen dat dat niet uitmaakt. Doe werk wat je leuk vindt!’
Bert hoopt dat zijn dochters zich eerder dan hijzelf bewust zijn van hun talenten en van wat ze echt willen. Maar hij wil hier ook weer niet te veel druk op leggen. ‘Ik ben bang dat ze net als ik te snel in de bus gaan zitten van goede opleiding, goede baan, goed verdienen. In plaats daarvan gun ik ze treuzeltijd, zoektijd om hun talenten te ontdekken. Zonder die zoektocht te groot te maken.’
Durf te kiezen
Nu Bert werk doet waar hij plezier in heeft, kan hij nog gemakkelijk twintig jaar door. ‘Dan ben ik 74. Ik zou het niet erg vinden om dan nog te werken, als ik daarmee van betekenis kan zijn voor anderen.’
De ‘oude’ Bert had dit vast niet gezegd. En dus is zijn boodschap: ‘Durf te kiezen! En maak de keuze niet te groot. Wissel eens van baan terwijl je niet alles ingekleurd hebt. Ik heb voorbeelden gezien van mensen die gedwongen werden ontslagen die daar achteraf heel dankbaar voor waren. Want het komt altijd goed. En het hoeft geen keuze voor de eeuwigheid te zijn.’ Je kunt immers altijd opnieuw kiezen.
Sanne Hoving
Plezier in het werk, dat is waar Laurens Ponds zich voor inzet. Tegenwoordig staat werkplezier bij veel organisaties op de agenda, maar bij de oprichting van Cvites, twintig jaar geleden, was dat wel anders. Tegelijk met een groeiende aandacht voor werkplezier ziet Laurens ook dat mensen steeds vaker stress ervaren op het werk. Voor hem het bewijs hoe lastig het is om goede voornemens tot uitvoering te brengen.
De naam Cvites is een samenvoeging van cv (levensloop) en vites: een verwijzing naar levendigheid, plezier in je werk. Ook al werkt Laurens nu niet meer bij Cvites, de visie en de boodschap waarmee hij het bedrijf twintig jaar geleden oprichtte is niet veranderd. ‘Ik wil mensen plezier aan hun werk laten beleven’, zegt hij.
Drie dingen zijn hierbij volgens Laurens van belang: weten waar je goed in bent, reflectie op je eigen handelen en weten waar je invloed op hebt, zodat je bewuste keuzes kunt maken. Ook in zijn huidige werk als directeur van InCtrl (de leverancier van het ePortfolio) en als interim-manager bij de overheid zijn dit de thema’s waar hij zich mee bezighoudt.
Weten waar je goed in bent
Een belangrijke reden voor het ontbreken van werkplezier is volgens Laurens dat veel mensen nét niet datgene doen waar ze goed in zijn. ‘Vaak is je grootste talent voor jezelf zo vanzelfsprekend, dat je het niet ziet’, zegt hij daarover. Het is dus zaak om hierover in gesprek te blijven, zowel voor werknemers als voor leidinggevenden. Zo leer je je talenten steeds beter kennen.
Ook heel bepalend voor het vinden van je talent is de omgeving, zegt Laurens. ‘Vraag jezelf af: welke context past bij mij? Wat maakt dat ik in de ene omgeving floreer en in de andere niet?’ Helaas werkt het niet zo dat je deze vragen in één keer beantwoordt en dan verzekerd bent van een lang en gelukkig leven. Omdat mensen en organisaties veranderen, moet je jezelf deze vragen af en toe blijven stellen. Het is een blijvende zoektocht, al wordt deze volgens Laurens in de loop van jaren wel steeds makkelijker.
Reflecteren op je handelen
Een tweede les, die Laurens zelf nog elke dag toepast, is om elke dag één ding te benoemen wat goed is gegaan en één ding wat beter kon. En bij het verbeterpunt vraagt hij zich ook af wat hij anders had kunnen doen. ‘Dit draagt voor mij bij aan werkplezier, omdat ik me er zo bewust van ben of het zinvol is wat ik op een dag heb gedaan. En om een goed gevoel te houden, probeer ik elke dag in elk geval één leuke of makkelijke klus te doen.’
Reflectie kan ook helpen om te relativeren. ‘Soms kun je je enorm druk maken over iets wat nu speelt op het werk’, zegt Laurens. ‘Nu ik ouder ben en meer heb meegemaakt, lukt het me beter om problemen op het werk in perspectief te plaatsen. Ik neem ze niet minder serieus, maar probeer er juist van te leren. Het geeft rust om zaken waar je je druk om maakt als les te beschouwen.’
Bewuste keuzes maken
Veel mensen onderschatten hun invloed, denkt Laurens. En dit heeft alles te maken met bewustzijn. ‘Ik ben eens bij een interimklus bij de ingang gaan zitten en heb iedereen die binnenkwam gevraagd hoe ze binnenliepen. De één kwam net van het schoolplein aangerend, een ander was al aan het bellen nog voordat de werkdag begonnen was. Vaak leven we zo op de automatische piloot en doen we dingen ‘omdat we ze altijd zo doen’, dat het lijkt alsof het leven ons overkomt.’
Dat wil niet zeggen dat wanneer je maar bewust leeft, je alles naar je hand kunt zetten. Heel veel dingen zijn niet te sturen, maar je hebt wel altijd een keuze in hoe je je tot die dingen verhoudt. ‘Ik heb dit zelf meegemaakt tijdens het faillissement van Cvites in 2013. De markt veranderde toen zo snel, dat konden we niet meer beïnvloeden. Wat mij er uiteindelijk doorheen heeft gesleept, is ten eerste accepteren dat het gebeurde en ten tweede actie ondernemen en bijsturen waar het kon. Maar de periode daarvoor, de fase waarin het leek alsof ik niets kon doen, was achteraf het moeilijkste.’
Tijd voor ontwikkeling
Hoewel werkplezier tegenwoordig hoger op de agenda staat dan twintig jaar geleden, is er een andere ontwikkeling die het werkplezier juist ondermijnt. Want waar halen we tegenwoordig de tijd vandaan om onze talenten te onderzoeken, aan zelfreflectie te doen en bewuste keuzes te maken?
‘Toen ik begon met werken, kreeg ik een week voor een vergadering een envelop met stukken toegestuurd, die ik rustig kon doorlezen’, vertelt Laurens. ‘Tegenwoordig gaan we zo ongelofelijk snel met informatie om. Het werkende leven is drukker, stressvoller, alles moet in één keer goed en er ligt steeds meer nadruk op verantwoording. Medewerkers in de publieke sector, de zorg en het onderwijs ervaren steeds minder professionele ruimte.’
Een recept voor stress, en dat is een zorgelijke ontwikkeling, vindt Laurens. En die begint volgens hem in het onderwijs. Wanneer daar de nadruk zou verschuiven van prestatie naar respect voor elkaar, dan ontstaat er veel meer ruimte om verschillende talenten tot bloei te laten komen. Wanneer kinderen écht de ruimte krijgen om te leren, hebben ze daar hun hele werkende leven profijt van.
Door Sanne Hoving
Als bedrijfsarts spreekt Jerom Veenstra veel mensen die ziek worden van hun werk, of mensen die door ziekte op zoek moeten naar ander werk. Hij spreekt werkgevers, werknemers, collega-artsen en is behalve met zieke medewerkers ook steeds meer bezig met het verbeteren van gezondheid en werkplezier. Een afwisselende en veelzijdige baan, al was bedrijfsarts worden niet zijn ambitie toen Jerom 20 jaar geleden geneeskunde studeerde.
‘Als basisarts stond ik op het punt een specialisme te kiezen toen ik vader werd. Ik dacht: ik parkeer mijzelf een jaar als arbo-arts en ga dan verder. Maar ik vond het een geweldig vak! Veel leuker dan de reputatie die het beroep heeft. Je bent misschien niet bezig met het redden van levens, maar wel met zingeving. Dat is enorm waardevol.’
Het reputatieprobleem van de bedrijfsarts
Onder studenten geneeskunde is het nog steeds geen populair specialisme (behalve dan voor hen die afknappen op de lange werkdagen in het ziekenhuis), maar ook in de maatschappij heeft de bedrijfsarts een reputatieprobleem. Het beeld dat veel mensen hebben, van de bedrijfsarts die door de werkgever wordt ingehuurd om zieke medewerkers ‘aan het werk te schoppen’, wil hij graag ontkrachten. Niemand is er immers bij gebaat als een zieke medewerker te snel weer aan het werk gaat en even later opnieuw uitvalt.
Jerom ziet zijn rol als bedrijfsarts het liefst als partner van de werkgever om de gezondheid van medewerkers te verhogen. Hij werkt graag samen met bedrijven die vitaliteit hoog op de agenda hebben, zodat hij mensen kan helpen zich lekker te voelen in hun werk. Inmiddels kan hij met zijn bedrijf hier klanten op selecteren, maar deze luxe heeft hij niet altijd gehad.
Van regeldruk naar regelruimte
Voordat hij in 2012 voor zichzelf begon, werkte hij bijna tien jaar in loondienst als arbo-arts. Hoewel hij enthousiast begon, zag hij het vak ontwikkelen in een richting die hem niet aanstond. ‘Ik was bezig met registraties, geld, regeltjes. Daardoor verloor ik het plezier in mijn werk. In 20 minuten moest ik het probleem van een cliënt doorgronden en de stappen uitleggen en een werknemer zover krijgen dat hij stappen onderneemt waar hij tegenop ziet. Dat is niet te doen. En het is ook niet nodig. Ik spreek mensen nu 45 minuten tot een uur en hoef echt geen hogere prijs te rekenen dan een grote arbodienst.’
De vrijheid om zonder onnodige regeltjes en ruimte om de dingen op zijn eigen manier te doen, houden Jerom vitaal. Hij heeft een grote behoefte aan wat hij noemt ‘regelruimte’, iets wat volgens hem voor veel medewerkers bijdraagt aan hun werkgeluk, maar wat ook steeds meer verdwijnt in regeltjes en standaardprocedures. Zie hier een recept voor burn-out.
De grote modeziekte
Een recept, want er zijn er meerdere. Overspannenheid, stress en burn-out zijn echt de grote modeziekten van deze tijd, zegt Jerom. Enerzijds komt dat doordat het taboe er af is, maar anderzijds neemt het ook echt toe. En daar zijn vele oorzaken voor, die niet alleen de verantwoordelijkheid zijn van de werkgever.
‘Natuurlijk zijn er werkgevers die de druk en de verwachtingen te hoog opvoeren. Maar mensen doen dat vaak ook zelf,’ zegt Jerom. ‘Een groot probleem dat ik zie, is dat mensen steeds minder keuzes maken. Ze willen een gezin én allebei fulltime werken. Een dikke baan met veel verantwoordelijkheden én vaak op vakantie. Als je daar slapeloze nachten van krijgt, los je dat niet op met oxazepam, dan moet je leren om keuzes te maken. Anders komt het probleem bij je terug.’
Naast de werkgever en de werknemer vindt Jerom dat ook de overheid zijn verantwoordelijkheid moet nemen in het bestrijden van overspannenheid en burn-out. ‘Onze geestelijke gezondheidszorg is soms echt op derdewereldlandniveau’, zegt hij. ‘Overspannenheid is de meest voorkomende ziekte en wat zeggen verzekeraars? Het bestaat niet, want het staat niet in de DSM-5 (het internationale handboek voor de diagnose van psychische aandoeningen). Dus wordt de behandeling niet vergoed. En de overheid doet daar niets aan, laat het probleem aan werkgevers en werknemers. Terwijl er ook veel niet-werkenden zijn die overspannen raken.’
De invloed van corona
Als er iets ons werk het afgelopen jaar heeft beïnvloed dan is het wel corona. Het virus raakt iedereen, maar vooral de zorg. ‘Vergeleken met andere branches zijn de arbeidsvoorwaarden in de zorg niet zo goed. De mensen die ervoor kiezen doen dat niet voor het geld, maar halen veel voldoening uit het helpen en verzorgen van mensen. Ze zetten zichzelf op plek twee, of vijf. Gaan kortom aan zichzelf voorbij. Er was al een hoog verzuim in de zorg, en toen kwam corona er nog eens bij.’
Volgens Jerom werken veel zorgmedewerkers meer uren dan dat in hun contract staat. Dat komt door het landelijk bestaande personeelstekort. En dat zal naar verwachting alleen maar toenemen. Al is het einde van de crisis in zicht, we moeten niet raar opkijken als er nog een grote verzuimgolf in de zorg aankomt. Van de mensen die nu heel hard op hun achterste benen lopen, maar als het straks niet meer keihard nodig is overspannen thuis komen te zitten.
Bescherming van werknemers
In de ontwikkeling van zijn vak heeft Jerom de wetgeving de afgelopen jaren zien veranderen ten gunste van de medewerker. Die wordt beter beschermd, ook in zijn privacy. Bij uitval door ziekte moet er nu verplicht een bedrijfsarts worden ingeschakeld. En dat was nodig ook.
In 2002 kwam de Wet Verbetering Poortwachter. Die legde meer druk op werkgevers om mensen aan het werk te houden, zegt Jerom. ‘Die druk werd in sommige gevallen afgewenteld op de medewerker. Met het “verzuim eigen regie model” ontstond er meer invloed van werkgevers en werknemers. Met helaas ook negatieve uitwassen waar de bedrijfsarts op afstand werd gehouden en medewerkers onder druk werden gezet.’ De AVG (privacywet uit 2016) en de aangepaste arbowet (2018) maken dat werknemers beter beschermd worden en recht hebben op goede arbozorg. En daar is hij blij mee.
Alles heeft echter een keerzijde. Wat Jerom nu ziet, is dat in sommige gevallen de wetgeving wellicht iets te veel in het voordeel van de medewerker uitpakt. Hij noemt het voorbeeld van een medewerker die voor de tweede keer in drie jaar tijd meer dan een half jaar overspannen thuis komt te zitten. Jerom: ‘Als dat komt doordat je bepaalde adviezen niet opvolgt, kan een werkgever daar weinig mee, en ook het UWV oordeelt niet erg streng op de inspanning van de werknemer.’ Gelukkig zijn dergelijke negatieve uitwassen echt een kleine minderheid.
Iedereen doet zijn best
Tot zover het gemopper over negatieve ontwikkelingen, want over het algemeen ziet Jerom het glas het liefst halfvol. Hij ziet werkgevers echt hun best doen op inzetbaarheid en vitaliteit en daar goede resultaten mee behalen. De afgelopen jaren is er bij werkgevers en werknemers een verschuiving van “achteraf problemen oplossen”, naar preventieve acties en het bewustzijn dat voorkomen beter is dan genezen.
‘Toen ik in 2004 aan kwam zetten met interventies als fysiotherapie, psychologie, bedrijfsmaatschappelijk werkers en revalidatietrajecten moest ik heel hard werken om werkgevers en werknemers mee te krijgen. Tegenwoordig werken de meeste werkgevers en werknemers daar gemotiveerd aan mee, en vragen ze er zelf om. Dat is ook hoe de wetgeving bedoeld is. Je wilt gewoon dat iedereen zijn best doet en zijn verantwoordelijkheid neemt. Zodat problemen opgelost worden en werken leuk is en voldoening geeft. Niet meer en niet minder.’
door Maaike Brasser
Als loopbaancoach coach ik mensen bij het vinden van hun ultieme droombaan of de vervolgstap in de loopbaan waarmee het werkgeluk gevonden moet worden. Het zijn soms de communicatieve types die het liefst met de ratio de volgende carrièrestap willen zetten. Als ik begin over gevoel en emotie en hoe dit ‘werkt’ of ‘tegenwerkt’ bij die zoektocht is er vaak wat weerstand. Ik krijg dan reacties zoals: “Maar ik kan toch een assessment krijgen die laat zien wat het beste bij mij past?” Of “Ik dacht dat het vooral over werk ging, maar nu gaat het ineens over mij.”
Soms lijkt het alsof gevoel of emotie vergeten bronnen zijn waar we liever niet naar kijken. Ik snap het wel, soms lijken die emoties ook in de weg te zitten van de doelen die we willen bereiken. Vermoeidheid zit in de weg omdat er een deadline te behalen is. Of je voelt soms wel dat je iets niet wilt, maar iedereen rekent nu eenmaal op jou. De ratio is vaak sterk en vasthoudend waardoor je jezelf oplegt door te zetten, nog even door te bijten, oplossingen te bedenken om toch te bereiken wat je wilt, in plaats van te voelen wat er is.
Begrijp me niet verkeerd, ik pleit niet voor opgeven of niet meer je best ergens voor doen. Ik ben voor hard werken, resultaten boeken en doelen bereiken, maar we vergeten wel eens dat we naast hard werken, ook hard zouden kunnen relaxen.
Ik denk namelijk dat je op de lange termijn verder komt, meer kan bereiken en gezonder kunt functioneren, als je naast je inspannen ook leert te ontspannen. En daar hoort voelen bij om te weten wat voor jou werkt en de baan te vinden die bij jou past!
Ratio versus Gevoel
Nu leven we natuurlijk in een wereld die houdt van ratio. Alles wat meetbaar, zichtbaar en te beheersen of te controleren is, is prettig. Het geeft zekerheid en houvast. Daarom is dat assessment vaak zo aanlokkelijk bij het zoeken naar die droombaan. Het geeft direct externe meetbare input dat vertelt wat er bij je past en jou hopelijk ook behoedt voor die gevreesde ‘misstap’ op de ladder naar succes. Hoewel het assessment zinvol kan zijn, belicht het eigenlijk maar een deel van de factoren die belangrijk zijn bij loopbaankeuzes.
Het eigen gevoel of de emotie lijkt daarentegen verre van meetbaar of te beheersen en het lichaam geeft signalen af die we niet altijd verstaan.
We hebben bepaalde denkbeelden en kaders meegekregen hoe we naar onszelf, onze emoties en het lichaam kijken. Die krijg je mee in je opvoeding, in de media, in opleiding en verdere vorming uit jouw omgeving. Soms zijn het expliciete raadgevingen die je meekrijgt: ‘Nait soezen moar deurbroezen’, is een hele bekende hier in het Noorden. Soms zijn het belangrijke voorbeeldfiguren waarvan je leert vooral ‘door te zetten, schouders er onder, niet voelen maar doen!’ Maar waar komt dat ongemak met ons voelen vandaan?
Griekse filosofie en onze samenleving
Ik vond het interessant om van mijn zwager en (bijna) historicus te horen over de Grieken en de dialogen van Plato. Hieruit blijkt dat Plato sterke nadruk op de scheiding tussen lichaam en ziel legde. Het streven naar ‘zuiverheid’ (persoonlijke ontwikkeling) werd bereikt door een zo groot mogelijke onthechting van het lichaam. De ziel functioneert het beste wanneer ze niet gestoord wordt door de invloeden afkomstig van het lichaam. Daarom moest je je bij het denken zo min mogelijk laten storen door het lichaam.
En dat lijken we nog steeds te doen toch? We voelen minder en denken vooral. Vermoeidheid, verminderde focus en concentratie, hartkloppingen en hoofdpijn zijn veelvoorkomend. En deze signalen worden met enige regelmaat genegeerd op weg naar die gewenste carrière stap.
Zorgen voor in- en ontspanning
We weten vaak precies wat er van ons wordt verwacht en willen daar ten aller tijde aan voldoen. Als ik vraag “Hoe zorg je voor jezelf”, lijkt het soms of ik een andere taal spreek. Zorgen voor jezelf is iets vreemds. We verlangen wel veel van onszelf, maar weten vaak niet hoe je daarnaast weer kunt opladen.
Sporters zijn daar beter in. Zij leren dat de juiste balans tussen inspanning en ontspanning essentieel is om te kunnen (blijven) presteren. Ze kennen de risico’s van een passie hebben en daarvoor willen gaan, maar ook de kans op overtraining en de risico’s die daarbij horen. Om een topprestatie te leveren, leren zij naast goed trainen ook hoe ze voor zichzelf moeten zorgen om te kunnen ontspannen. Zoals Joop Zoetemelk zei: “De Tour de France win je in bed.”
Ik denk dat mensen soms niet meer weten wat past, welke carrièrestap ze willen zetten omdat ze teveel op hun ratio vertrouwen. Terwijl plezier vinden in werk juist gaat over gevoel. Jouw gevoel vertelt namelijk hoe jij denkt over een bepaalde taak, of je met een zwaar gevoel opnieuw voor de klas staat, of je met hoofdpijn begint aan die lijst met cijfers. Of je juist geniet van een opdracht en de tijd om je heen vergeet. Dat sprongetje van plezier dat je had willen maken toen je kon werken aan dat ene project.
Komt er daarom zoveel burn-out voor onder werkenden? Leren we onvoldoende naast het leveren van een inspanning ook nog te ontspannen? Of naast presteren te zorgen voor onze eigen behoeften? Naast luisteren naar de ratio ook te luisteren naar ons gevoel?
Plato zei: “Wie zichzelf wil kennen moet in de spiegel van een andere ziel kijken.” Dat vind ik mooi. We hebben elkaar nodig om onszelf te kennen. En misschien heb je ook elkaar nodig om te ontdekken wat er echt bij jou past.
‘Teams die werken’
12 november hebben wij weer veel mensen mogen begroeten op onze jaarlijkse relatiedag. Een dankjewel aan onze relaties die elk jaar weer het vertrouwen in ons uitspreken en waar we graag mee samenwerken. Bedankt voor jullie enthousiasme op deze relatiedag! Wij genieten na van de foto’s, kijk je mee?
Machteld van der Werf nam ons mee in haar verhaal hoe ze van haar team een A-team heeft gemaakt in het Atlas theater in Emmen. Onder andere door stage te lopen op alle afdelingen, weet ze wat er voor nodig is om met z’n allen te komen tot een mooi programma en een mooie voorstelling en alle gasten/bezoekers een mooie avond te bezorgen.
Ook dit jaar zijn we er weer in geslaagd om een aantal mooie inspiratie sessies te organiseren.
Herman Annema en Liesbeth Tieland namen ons mee in de wereld van de film als gids in tijden van verandering. Bioscoopverlichting
Marten van der Molen deelde de succesfactoren voor effectieve teams aan de hand van de Piramide van Lencioni.
Sietske Dijkstra deelde de geheimen van Scrum en Agile werken.
Herman en Liesbeth hebben ons tenslotte getrakteerd op een prachtige minivoorstelling over de sprong in het diepe.
Een sfeerimpressie…
De beslissing (van Toon Tellegen)
“Tot hier en niet verder”, zei de eekhoorn tegen zichzelf. Hij trok een streep in het zand bij de oever van de rivier en ging aan een kant van de lijn staan. Een heel lange tijd al had hij het goede voornemen willen maken om een streep te trekken, en daar dan nooit overheen te gaan. Dan weet ik tenminste waar ik aan toe ben, dacht hij. Hij was moe en ging zitten.
De zon ging langzaam onder en stilte heerste in het woud en boven de rivier. Soms dreef de geur van hars of heide langs hem. De eekhoorn rustte met zijn hoofd in zijn handen en keek naar de andere kant van de streep. Het leek wel dat alles daar verschillend was, maar hij kon niet goed zien wat precies.
“Eekhoorn, eekhoorn!” Hij hoorde iemand dringend roepen. “Ja”, riep hij terug. Hij herkende de stem van de krekel. Kom eens hier!’ riep de krekel. “Waar ben je?” “Hier! “De eekhoorn keek rond en zag iets in de bosjes bewegen. “Ach”, zei hij. “Je bent aan de verkeerde kant van de streep. Ik kan niet naar je toekomen.” “Nou, dan eet ik het zelf maar op”, zei de krekel. De eekhoorn strekte zich uit om te zien wat de krekel bedoelde en boog zijn bovenlichaam ver over de streep, maar hij kon alleen maar het puntje van de staart van de krekel zien. De geur kwam hem echter bekend voor.
Momentje, riep hij. Hij keek rond of niemand hem zag en veegde toen vlug de streep met zijn staart uit. Misschien is het wel helemaal niet zo goed om te weten waar je aan toe bent, dacht hij. Ik kom eraan! Riep hij, maar toen hij bij de bosjes kwam zei de krekel: Waar bleef je zolang? Nu heb ik het zelf maar opgegeten. Wat? Vroeg de eekhoorn. Ja, eh, hoe noem je zo’n ding.. Een beukennoot? Ja, inderdaad. Hoe wist je dat? Een beukennoot. Nou, ik heb hem opgegeten maar om nou te zeggen dat ie lekker was…. De krekel haalde zijn schouders op en de eekhoorn liet zijn hoofd hangen en liep langzaam in de schemering naar huis, terwijl hij met zijn voeten sleepte.
Hij besloot nooit meer een streep te trekken of goede voornemens te maken of te willen weten waar hij aan toe was. ‘En als ik ooit zeg: Tot hier!’, dacht hij, ‘dan moet ik onmiddellijk daarna mijn hoofd schudden. Beloof je dat? Hij knikte en beloofde het.”
Loopbaancoaching lijkt vaak over beslissingen te gaan, maar dat is niet altijd zo. Soms hoef je niets te besluiten of een denkbeeldige streep te trekken zoals de eekhoorn in het verhaal van Toon Tellegen. Want precies willen weten waar je aan toe bent en een besluit nemen kan je ook belemmeren en tegenhouden. Je besluit soms te snel ‘ik ben te oud, ik kan het niet, ik durf het niet of ik doe het niet’. Wil je óók niet precies weten waar je aan toe bent? Maak een afspraak tijdens de week van de loopbaan van 16 t/m 21 september met een erkende loopbaancoach van Cvites en ontdek zelf wat je nu nog niet weet!
Wees er snel bij en neem nu alvast contact op met Cvites: 0591-652970 / info@cvites.nl
Geert Hoving
Een team is nog geen team als er team op staat.
Effectief werken in teamverband is belangrijk bij personeelstekorten en toenemende werkdruk.
Ook in 2019 zal het tekort aan medewerkers in diverse sectoren blijven toenemen. Ondanks de eerste geluiden over een afzwakking van de economische groei, met name als gevolg van buitenlandse invloeden, zoals de Brexit, zullen o.a. in de zorg, het onderwijs, de bouw, de transportwereld, de horeca en de technieksector, een gebrek aan voldoende personeel leiden tot spanning en een toenemende werkdruk bij het zittende personeel. Vanwege de grote werkdruk neemt bij veel organisaties het ziekteverzuim toe. 1 op de 7 medewerkers is ziek vanwege burn-out klachten. Kortom; er wordt van alle medewerkers en leidinggevenden veel gevraagd om succesvol te zijn.
Gelukkig werken veel mensen in teamverband en daar ligt mijns inziens voor een deel ook de oplossing voor het personeelstekort. Want door optimaal gebruik te maken van elkaars talenten en doordat iedereen precies weet wat van hem/haar wordt verwacht kunnen medewerkers vaak meer dan ze zelf denken. Maar het smeden van een succesvol team is geen sinecure…
Om als team succesvol te kunnen zijn, zijn o.a. de volgende zaken van groot belang; het teamdoel en de groep zelf. Mensen zijn groepsdieren. Het aantal groepen waar mensen lid van zijn neemt gestaag toe. Sociale groepen zoals gezin, vrienden, vereniging en sport. Maar ook taakgroepen, leergroepen, werkgroepen, besturen en teams. En daarnaast maken ook veel mensen deel uit van digitale groepen(Facebook, LinkedIn)
Teams en groepen kunnen gezellig zijn, creatief en zorgzaam, waar de groep zich veilig voelt. Het spreekwoordelijke warme bad waarin je ‘thuiskomt’ en waar je mag zijn wie je bent. Maar mensen kunnen elkaar het leven ook zuur maken. Waar onderhuidse zaken spelen, waar je de vinger niet op kunt leggen, waar je moe wordt van het samenzijn. Wij gaan graag aan de slag met datgene wat er ‘onder water’ speelt.
Het succes van een individuele medewerker wordt in belangrijke mate bepaald door het team waar hij/zij deel van uit maakt. Een groep mensen tot een succesvol team smeden vereist aandacht en voortdurend onderhoud van een aantal factoren. Als eerste is het een vereiste dat er een heldere teamdoelstelling is die begrepen en gedragen wordt door alle teamleden. Helaas constateren onze Cvites coaches regelmatig bij teamcoachings opdrachten dat de individuele leden niet weten waar de organisatie of het team voor staat en wat er van hen wordt verwacht. Het verduidelijken van de relevantie en haalbaarheid van de doelen is dan een eerste vereiste.
Als het team nog geen team is en mensen zich onvoldoende onderdeel van de groep voelen gaan we met behulp van verschillende modellen en analyses, waaronder de piramide van Lencioni op zoek naar de oorzaken waarom het team niet die ‘veilige werkplek’ is en hoe het komt dat medewerkers zich niet betrokken en verantwoordelijk voelen voor de resultaten.
Wij geloven dat alle bedrijven en instellingen behoefte hebben aan effectieve teams om succesvol te blijven. Met behulp van een eenvoudig model en gerichte coaching bieden we graag praktische handvatten voor teamontwikkeling en het bouwen van succesvolle teams.
Wil je meer weten? Kijk dan op www.cvites.nl of bel 0591-652970
Hellen Lensing
Ik gun iedereen dit in zijn/haar carrière; wat is het toch fijn als je een leidinggevende hebt, die je het beste gunt. Iemand die het geen probleem vindt, of die volgende stap nu intern of extern is. Hoe zou de wereld eruitzien als iedereen wordt gestimuleerd om juist dat te gaan doen wat het beste bij diegene past en wanneer je, om dit te kunnen bereiken, de juiste begeleiding kunt krijgen? Ik kom uit een milieu van “wees blij dat je een baan hebt”. Maar nu… als ik anderen hoor over twijfels in hun huidige baan, roep ik: “op naar iets nieuws, deze zoektocht gun ik iedereen!!!”
Terugkijkend op een zoektocht van zo’n 2 jaar ben ik nu blij verrast met het feit dat ik een nieuwe baan heb gevonden! Een baan die bij mij past en waar ik zelf blij van word en weer energie van mag krijgen. Verschillende fases heb ik doorstaan en het was zeker een gevecht. Maar een gevecht dat zeker de moeite waard was. Deze zoektocht gun ik eigenlijk iedereen en daarom wil ik dit graag delen…
Sinds 2009 ben ik werkzaam voor Avebe, een bedrijf dat mij heeft gevormd en gemaakt zoals ik nu ben. Ik was werkzaam op een laboratorium en had een erg leuke baan. Het paste bij me en ik voelde me er gewaardeerd. In 2015 begon er iets te knagen, begon ik me te “vervelen” en gaf ik aan graag iets anders te willen als aanvulling op mijn dagelijkse sleur. Dit werd eerst een cursus “personal power” en daarna een bestuursfunctie in het jongerennetwerk en een opleiding bedrijfskunde & leiderschap. Op dat moment een prima oplossing. Maar het was niet voldoende… Al deze dingen deden me wel beseffen dat ik niet meer op de voor mij juiste plek zat. Deze conclusie bracht gelijk ook weer heel veel vragen met zich mee: “wat moet ik dan?”, “waar willen ze me wel?”, “wat kan ik?”
Mijn idee bij “ik wil meer” was een leidinggevende functie of een managers rol. Tsja, want mijn gedachten hierbij waren; ‘als je meer wilt MOET je (toch) hogerop’.
In eerste instantie begon ik deze speurtocht met mijn leidinggevende. Ik kreeg de vrijheid om intern gesprekken aan te gaan om misschien passende posities te vinden. Er is tenslotte zoveel mogelijk binnen dit bedrijf en ik kan hier nog zo veel leren, daar was ik van overtuigd. Naar mijn idee hadden we open en eerlijke gesprekken, maar mijn “angst” dat ik het intern niet ging vinden werd steeds groter. Mijn leidinggevende vond het geen probleem om extern verder te gaan. “Dat is toch raar?”, “Wil hij me dan toch echt weg hebben?”, “Zie je wel, ze hebben niks aan mij!” Al deze gedachten schoten door mijn hoofd. Maar nee, hij wilde gewoon het beste; investeren in zijn medewerkers. Er gingen weer een paar maanden voorbij voordat ik dit ook accepteerde en begreep.
Na een tijdje kreeg ik daarnaast ook een externe loopbaancoach, Anita van Veen van Cvites, waarmee ik kon sparren over mijn loopbaan of eigenlijk over alles. De term loopbaancoach dekt hierin zeker niet de volledige lading. Een onafhankelijk voor mij onbekend iemand met een heldere kijk op mijn situatie. Hier en daar een assessment, wat testen om in te zien wat mijn goede en slechte punten zijn. Af en toe de spiegel voorhouden en reflecteren is hierin erg belangrijk geweest. Soms leuke gesprekken maar ook een aantal minder leuke gesprekken. De ene keer sprongen vooruit en het andere gesprek weer twee stappen terug. Door deze externe begeleiding heb ik veel inzicht gekregen in wie ik ben en wat nu eigenlijk mijn kernwaarden/drijfveren zijn… Maar vooral het besef dat “IK” er toe doe.
Wat heel belangrijk is geweest in deze zoektocht is toch zelf de regie in handen houden. Wat soms erg lastig was, want na de zoveelste keer weer stappen achteruit, wist ik het soms even ook niet meer en dacht ik: “vertel jij mij maar wat ik het beste kan doen”. Terugrijdend van één van die gesprekken kwam in de auto heel toepasselijk ineens het lied “Laat me” van Ramses Shaffy uit de radiospeakers. Toen dacht ik inderdaad; ‘ik wil dit doen op mijn eigen manier!’
Een duidelijk en passend zelfbeeld in combinatie met een stip op de horizon maakte het gebied van mijn zoektocht een stuk overzichtelijker.
Gaande weg kreeg ik meer vertrouwen in het proces, maar vooral in mezelf! De onrust ontstaan door onzekerheid verruilde ik voor rust en het gevoel; ‘wat fijn dat ik de tijd kan/mag nemen om iets passends te vinden. Het komt wel goed!’ Mijn blik op vacatures veranderde, mijn primaire reactie van “dat kan ik niet of ik heb niet de juiste opleiding” draaide om naar “dit wil ik!” en “dit kan ik wel! Ik ga schrijven!” Vanaf toen werd het zelfs stiekem leuk om te zoeken naar passende vacatures en het welbekende netwerken ging toen vrijwel vanzelf……
Ik ben trots dat ik nu zelf de knoop het doorgehakt en keuzes heb gemaakt voor mijzelf. Met opgeheven hoofd verlaat ik vandaag mijn oude werkplek bij Avebe. Bijna 10 jaar, maar nee ik hoef me niet schuldig te voelen dat ik ga. Ik heb een geweldige bijdrage geleverd aan dit mooie bedrijf maar het is tijd voor iets nieuws. Dit had ik 2 jaar geleden niet eens durven denken laat staan uitspreken of opschrijven.
De inzichten die ik heb gekregen in deze periode zijn mij heel veel waard. Ik ben meer overtuigd van het feit dat ik ertoe doe, dat mijn aanwezigheid soms echt op prijs wordt gesteld en ik kan meer genieten van het ontvangen van complimenten. De regie heb ik ondanks alles zelf in handen gehouden en daar ben ik trots op! De juiste stimulans van mijn leidinggevende en inzichten van mijn loopbaancoach hebben hierin enorm bijgedragen in combinatie met de vrijheid die zij mij hebben gegeven.
De vrijheid om zelf te zoeken naar de regie, te ervaren hoe het voelt wanneer je deze regie hebt en mij bewust te maken van deze regie. Zonder hen had ik deze keuzes (nog) niet durven maken en zij hebben mijn proces versneld door de juiste begeleiding te bieden. Ik ga straks starten op een nieuwe plek en hoop deze persoonlijke ontwikkeling daar ook door te kunnen zetten.
Veronique Reimer
“Mam, daar ben je echt te oud voor!” Daar waren mijn kinderen van 21, 18 en 13 het unaniem over eens, toen ik in mei 2017 aan gaf dat ik wilde stoppen met mijn baan in het onderwijs en dat ik wilde kiezen voor een heel ànder beroep. En ja, ìk ben ook degene die altijd tegen mijn kinderen zegt “als je wilt studeren, moet je het nù doen, later komt het er niet meer van”. En toch…… het bleef kriebelen, ik was 50 geworden en op één of andere manier is dat toch een mijlpaal. Ik dacht: als ik dan toch nog wil studeren, moet ik het nù doen.
Ik ging in gesprek met mijn schoolbestuur…….wat is er mogelijk? Kan ik met wederzijds goedvinden ontslagen worden? Krijg ik dan een transitievergoeding? Tot die tijd had ik me nooit in dit soort dingen verdiept. Gelukkig kreeg ik van mijn schoolbestuur alle medewerking en goede adviezen. Eén van die adviezen was: ga eens praten met een loopbaancoach van Cvites. Dat heb ik gedaan en we kwamen er al gauw achter dat we fase 1 “wie ben ik? Wat kan ik? Wat zoek ik?” over konden slaan.
Ik wist nl. wel wàt ik wilde studeren………uitvaartbegeleider was een beroep dat al jaren in mijn achterhoofd zat. En wat bèn ik blij dat ik de knoop doorgehakt heb. Het was geen makkelijke beslissing, ik gaf wèl een vaste baan op, maar wat hèb ik het afgelopen schooljaar genoten van weer studeren, van nieuwe dingen leren, van het contact met mijn medestudenten. Ik ging de opleiding doen bij Meander uitvaartopleidingen in Zwolle, een heel brede opleiding waarbij je ook drie keer stage loopt. De eerste keer in een mortuarium (letterlijk doodeng als je nog nooit met overledenen gewerkt hebt) , daarna in een crematorium en tenslotte liep ik 4 weken met een uitvaartbegeleider mee die zijn eigen uitvaartonderneming heeft. Echt héél wat anders dan werken in het onderwijs!
En toch…….. ik herinner me een middag waarop ik met de familie van een overledene aan tafel zat tijdens de derde stageweek. Aan mij was gevraagd of ik het In Memoriam wilde schrijven, het levensverhaal van de 87-jarige vader, schoonvader en opa. In een kring rondom mij heen zaten twee zonen, een dochter, een schoonzoon, een schoondochter en een kleindochter. Iedereen wilde tegelijk vertellen over hun dierbare, ik had even een flash-back-ervaring: o ja, zo ging het ook wel eens in de klas! Hoezo is dit werk totáál anders? Qua inhoud is het anders, maar iets betekenen voor je medemens, dat doe je als juf en dat doe je zeker ook als uitvaartbegeleider. En dat is toch wat ik het liefste wil.
Inmiddels heb ik de opleiding met goed gevolg afgesloten. Het heeft de laatste weken heel wat bloed, zweet en tranen gekost……. Eindscriptie, eindpresentatie, kennistoets en een stelling formuleren en verdedigen, help, al deze dingen deed ik 30 jaar geleden voor het laatst! En tòen maakte ik mijn eindscriptie op de typemachine, ik had er gelukkig eentje mèt een correctielint! “Met wàt voor lint?” reageerden mijn kinderen. “Nooit van gehoord!” En zo had ìk er nog nooit van gehoord dat de computer de inhoudsopgave voor je maakt, een eyeopener dat dat kon! Ook grappig: mijn jongste zei “mam, als je straks een baan hebt, heb je wel méér geheugen nodig”. Ik reageerde met “nee hoor, een mens gebruikt maar een bepaald percentage van zijn geheugen, je hebt veel méér geheugencellen dan je gebruikt.” Hilariteit alom, hij bedoelde natúúrlijk het geheugen van de telefoon!
Intussen was ik ook al diverse keren bij mijn loopbaancoach van Cvites geweest en had ik met haar een cv opgesteld, sollicitatiebrieven geschreven, sollicitatiegesprekken geoefend en ik had workshops gevolgd over “solliciteren via sociale media” en “hoe werkt Facebook en hoe werkt LinkedIn?” Er ging echt een wereld voor mij open, de handgeschreven brief uit de tachtiger jaren bleek niet meer te bestaan en ik kwam er achter dat je in de uitvaartbranche vooral moet netwerken om een baan te krijgen.
En zo kwam ik worstelend, genietend en ongelooflijk veel lerend door het afgelopen schooljaar heen, ik slaagde met goede cijfers en ik sta nu voor een nieuwe uitdaging: op zoek naar een baan in de uitvaartzorg! Het liefst parttime, zodat ik daarnaast levensverhalen kan blijven schrijven, dat zou geweldig zijn! Eén ding heb ik er zeker van geleerd: je bent nooit te oud om een nieuwe uitdaging aan te gaan, nooit te oud om te leren! Een nieuw motto om aan mijn kinderen mee te geven!
Veronique Reimer , uitvaartbegeleider, ceremoniespreker en ritueel begeleider
06-22301264
v.reimer@ziggo.nl
© 2024 Cvites B.V.
Foto's: Reina de Vries, Jennet Haar Fotografie, De Foto Firma Studio en Agnes Bos | Fotografie - Website: Webba