Tag archieven: duurzame inzetbaarheid
Bij evenementenbureau Niquell uit Hoogeveen werken alle medewerkers naast hun reguliere werk aan een sociaal maatschappelijk project. Dat is min of meer bij toeval zo gegroeid, maar blijkt een gouden zet als het gaat om het binden van medewerkers en gezond werken. Oprichter en mede-eigenaar Monique Huizenga vertelt hoe deze manier van werken is ontstaan.
Monique richtte Niquell in 2010 op, na eerst in de zakelijke dienstverlening en de zorg te hebben gewerkt. Twee totaal verschillende sectoren, die elk om andere redenen niet (meer) bij Monique bleken te passen. Toen ze voor zichzelf begon, wilde ze het beste uit beide werelden combineren. Dus een zakelijk, commercieel bedrijf, met ruimte voor sociaal maatschappelijke projecten.
Het zit in het DNA
‘Deze manier van werken is dus niet bedacht om iets te doen aan medewerkertevredenheid of binding, het zit in het DNA van het bedrijf,’ legt Monique uit. Al snel had Niquell te veel werk voor Monique alleen en kwam Myrthe Strijker erbij, eerst als medewerker en later als compagnon. Inmiddels bestaat het team uit zes vaste medewerkers en acht stagiairs. ‘Dat we allemaal aan een sociaal maatschappelijk project werken is zo gegroeid. Myrthe en ik vinden dit als eigenaren belangrijk en medewerkers gaan daar automatisch in mee’, vertelt Monique.
Tijdens sollicitatiegesprekken blijkt het geregeld een bron van motivatie voor kandidaten. Monique: ‘We vragen altijd: wat is je beeld van ons bedrijf? Vaak krijgen we dan terug van sollicitanten dat we evenementen organiseren en ons ook richten op maatschappelijke projecten. Dat spreekt blijkbaar aan. Maar dat is niet waarvoor we het doen.’
Maatschappelijke projecten
Structureel zijn er drie projecten waar Niquell zich voor inzet: Omarm Groningen, Assen voor Assen en VMBO on stage Hoogeveen. De projecten in Groningen en Assen zijn erop gericht om bedrijven en maatschappelijke organisaties met elkaar in contact te brengen, bijvoorbeeld door het organiseren van een challenge waarbij ze de samenwerking kunnen opzoeken op een maatschappelijk thema.
VMBO on stage is een landelijk concept waarvoor Niquell de organisatie in Hoogeveen doet. ‘Omdat VMBO-leerlingen al vroeg een keuze voor werk moeten maken, is dit project erop gericht hen in aanraking te laten komen met het bedrijfsleven, met onder andere een doe-dag waarop ze kunnen ervaren wat het werk inhoudt’, vertelt Monique.
Voor al deze projecten krijgt Niquell betaald, maar dat is een maatschappelijk (dus lager) tarief. Daarnaast steekt het bedrijf er ook eigen uren in, die medewerkers wel uitbetaald krijgen.
Gezonde gewoontes
Naast de drie vaste maatschappelijke projecten, is Niquell op dit moment druk met de organisatie van Walk and dance to fight cancer. Alle acht stagiaires werken daaraan. Behalve de organisatie van het evenement, verdiept het team zich ook inhoudelijk in het onderwerp en nemen ze zelf deel. Monique: ‘We hebben het Antoni van Leeuwenhoekziekenhuis bezocht om te zien waar de opbrengst aan wordt besteed en lopen als team drie keer mee.’
Bijkomend voordeel van dat meelopen: er wordt door iedereen meer gewandeld. ‘We hebben een Strava-app om elkaar te motiveren en collega’s gaan vaker wandelen in de lunchpauze. Doordat we in ons werk zoveel met deadlines te maken hebben wordt er snel gezegd: we werken even door tijdens de lunch. Dus het is voor ons wel goed om een stok achter de deur te hebben. Sinds we dit doen zie ik dat er meer bewogen wordt en mensen ook bewuster gaan eten’, vertelt Monique.
Meedenken over de inrichting van het bedrijf
Binnen Niquell is er geen beleid voor gezond werken. ‘We vinden het wel belangrijk, maar we zijn een kleine club en hebben niet zo’n soort agenda’, licht Monique toe. Wel is het bedrijf bezig met professionaliseren, en daar hoort dit thema ook bij. ‘We zijn geleidelijk gegroeid en kijken samen met het team welke stappen we kunnen zetten om het bedrijf nog beter in te richten. Daarbij hoort het professionaliseren van processen, maar ook een visie ontwikkelen op welzijn en gezondheid’, aldus Monique.
Het team is heel divers qua leeftijdsopbouw en dat neemt verschillende wensen en waarden met zich mee. ‘Mijn vader zei altijd: van werken ga je niet dood’, vertelt Monique. ‘Ik heb altijd hard moeten werken om mezelf te bewijzen en nu vind ik mijn werk gewoon heel erg leuk. Dan draaf ik wel eens door, om eerlijk te zijn. Jongeren kijken anders naar werk, willen meteen parttime werken. Ik begrijp dat niet altijd. Maar misschien is dat wel verstandiger dan hoe ik het doe.’
Van waarde zijn, erbij horen en iets toevoegen
Het werk in de evenementenbranche komt met pieken en dalen. Met name het voor- en najaar zijn erg druk en dan wordt er van medewerkers weleens iets extra’s verwacht. Door het in de zomer en winter rustiger aan te doen, is er door het jaar heen wel ruimte voor balans. Bovendien zit het risico op overspannenheid volgens Monique in iets anders dan hard werken. ‘Volgens mij word je veel sneller overspannen van gezeur op je werk, niet gewaardeerd worden, een baan waar je het niet naar je zin hebt. Als je het gevoel hebt dat je van waarde bent, ergens bij hoort en iets toevoegt, dan kun je veel meer aan.’
In de evenementenwereld is de sky vaak de limit. Juist door dan iets te doen met een kleiner budget maar veel impact kun je veel waarde toevoegen, vindt Monique. ‘Eén van de mooiste voorbeelden vind ik een festival dat wij organiseren voor mensen die psychiatrisch ziek zijn of een verslaving hebben. Ik sprak iemand die al tien jaar dat festival bezoekt en van elk evenement een fotoboek maakt alsof het een vakantie is. Dat raakt me en daar doe ik het voor.’
Vijf tips voor gezond werken volgens schoolbestuurder Rob Kempers
De christelijke onderwijsstichting Viviani in Emmen voelt weinig van het lerarentekort en het verzuimpercentage ligt met iets meer dan 4% ruim onder het landelijk gemiddelde (6,5% in 2022, DUO). Bestuursvoorzitter Rob Kempers erkent dat er knelpunten in het onderwijssysteem zitten waar ook hij niks aan kan doen, maar heeft ook ontdekt aan welke knoppen hij wél kan draaien om gezond werken in de organisatie te bevorderen. Dat dat succes heeft, bewijzen de cijfers. Hij geeft graag een kijkje in de keuken.
‘Gezond werken betekent voor mij dat alles goed in balans is. Wat die balans is, is voor iedereen verschillend. Heb je een jong gezin, of ouders met dementie die een beroep op je doen? Vanuit goed werkgeverschap vind ik het belangrijk dat we hier oog voor hebben en mensen tegemoet komen bij knelpunten’, legt Rob uit. Dit is niet alleen zijn visie. Het thema goed werkgeverschap staat in het strategisch beleidsplan. Maar Rob is wel de hoofdverantwoordelijke om dit beleid handen en voeten te geven.
Hoe je dat dan doet? Gewoon: met mensen praten, vragen hoe het gaat. Maar als het zo makkelijk was, deed iedereen het wel. Daarom volgen hier vijf tips van schoolbestuurder Rob.
1. Laat je niet gek maken
Opereer vanuit rust, is het eerste advies van Rob: ‘Ik weet zeker dat iedereen binnen onze stichting zijn stinkende best doet voor de leerlingen. Als de inspectie oordeelt dat een school onder de maat presteert, dan is dat maar een keer zo. Ik heb bestuurders gezien die echt hebben zitten hameren op rode balkjes groen maken. Op die manier voer je de druk op mensen enorm op. Mijn basishouding is het vertrouwen dat iedereen zich inzet, daar hoort ook een bepaalde vrijheid bij. Als dat vertrouwen er niet is, kun je beter ophouden.’
Natuurlijk zijn er altijd mensen die toch in paniek schieten, bijvoorbeeld bij een minder goed oordeel van de inspectie. Rob: ‘Ik kan duizend keer zeggen dat we ons niet gek laten maken, dan nog zijn er mensen die er wel degelijk mee zitten. En dat begrijp ik dan natuurlijk ook wel. Soms voer ik dan gesprekken met mensen, of we schakelen een externe coach in. Een objectieve blik van buiten kan soms heel goed zijn.’
2. Waardeer je mensen
‘Ik kom best wel regelmatig op de scholen en dan denk ik: jeetje, hoe hou je dit vol?’ zegt Rob. ‘Dan zit er een juf met echt heel veel kinderen om zich heen, koekjes bakken, een clubje met lego. Zo ontzettend veel prikkels. Ik heb heel veel respect voor mensen die dat kunnen. Maar dat is hun vak, en hun passie.’ Dit wordt gewaardeerd met leuke dingen, zoals een cadeautje op de dag van de leraar, gezellige activiteiten en een jaarlijkse kerstmarkt. Maar ook op een fundamenteler niveau is er waardering en steun.
Bijvoorbeeld als het gaat om agressieve ouders, een veelgehoord probleem in het onderwijs. In sommige gevallen schuift Rob aan, of neemt hij het gesprek over van de leerkracht of schooldirecteur. ‘Dan ga ik er als een soort leeuw voor liggen. Je moet eerst langs mij, en mijn prioriteit ligt bij de medewerker. Want die medewerkers zijn het kapitaal van de stichting, zonder hen halen wij onze resultaten niet.’
3. Houd de bedrijfsarts dichtbij
Bij Viviani houdt de bedrijfsarts spreekuur op het bedrijfsbureau. Medewerkers die voor langere tijd uitgevallen zijn, blijven zo toch aangesloten bij de organisatie. Ook voor preventieve gesprekken is de drempel naar de bedrijfsarts laag; medewerkers worden aangemoedigd om te bespreken waar ze tegenaan lopen.
Daarnaast schuift de bedrijfsarts twee keer per jaar aan bij het directieoverleg. Thema’s die dan aan bod komen zijn bijvoorbeeld op welke verzuimsignalen de directeuren kunnen letten en hoe ze het gesprek aangaan over gezond werken. ‘Het is belangrijk dat je oog hebt voor mensen en niet vergeet te vragen hoe het met ze gaat. Soms schieten directeuren in de regelstand bij verzuim en voor je het weet ben je het gesprek kwijt. Dus dat laten we regelmatig terugkomen’, vertelt Rob.
Dat warme, mensgerichte, noemt Rob typerend voor de stichting. ‘Ik kan geen leidinggevende binnen onze organisatie aanwijzen die dat mensgerichte niet in zich heeft. Het is geen kunstje. Het uitgangspunt is: eerst de mensen, dan de doelstelling. Zonder goede instelling van die mensen ga je die doelstelling zeker niet halen.’
4. Verlaag werkdruk waar je kan (en praat er niet te veel over)
Binnen Viviani hebben scholen de mogelijkheid om een werkdrukonderzoek in te zetten. Binnenkort wordt dit onderzoek breed in de organisatie uitgezet, om inzicht te krijgen in hoeverre het thema speelt. Bij het laatste onderzoek dat op een school werd gedaan, was de score op werkdruk laag. ‘Ik krijg niet veel klachten over werkdruk. Misschien ook omdat ik dat woord zelf nooit in de mond neem’, zegt Rob.
Dat wil niet zeggen dat het bij Viviani niet druk is. ‘Het onderwijssysteem deugt eigenlijk gewoon niet’, geeft Rob toe. ‘Om de zeven à acht weken is het vakantie, daartussen moet er heel hard gewerkt worden. Het is hollen of stilstaan. Maar dat kunnen wij niet veranderen, we moeten accepteren dat we gevangen zitten in het systeem.’
Binnen dat systeem krijgen schooldirecteuren zoveel mogelijk de ruimte om de werkdruk te verlagen. Bijvoorbeeld door af te spreken dat de groepsleerkracht niet meegaat naar gym, zodat er tijd is voor andere taken.
Een ander voorbeeld dat Rob noemt gaat over ziekmeldingen: ‘Van directeuren kregen we het signaal dat ze elke zondagavond gespannen waren of er een ziekmelding kwam. We hadden een invalpool, maar die was altijd leeg. Alle invallers waren ingezet. Nu hebben we iedere school een stukje boven de eigen formatie gegeven. Dit haalt heel veel druk weg bij directeuren. Bijkomend voordeel is dat de invaller zich verbonden voelt aan de school en de leerlingen vaak al kent. Ook als er niemand ziek is, is er genoeg werk te doen. Dit systeem is betaalbaar doordat we eigenrisicodrager zijn geworden. Het kan uit bij een verzuim beneden de 6%.’
5. Communiceer zuiver
Een laatste onmisbaar element voor gezond werken is volgens Rob zuivere communicatie. ‘Ik wil geen gedoe of gekonkel’, zegt hij. ‘Je hebt het niet van mij, maar… Daar kan ik dus helemaal niets mee. Dat kap ik af. Als je via via iets hoort, dan ga je met die persoon rechtstreeks in gesprek. Zo doe ik het zelf en zo verwacht ik het van iedereen. Veiligheid en vertrouwen zijn de speerpunten voor gezond werken.’
door Maaike Brasser
Wil je als werkgever ervoor zorgen dat jouw team gedreven, gezond en gemotiveerd is? OFIFTY, een IT detacheerder in Noord-Nederland hanteert een nuchtere Groningse aanpak terwijl ze actief werken aan duurzame inzetbaarheid. Ontdek hoe OFIFTY met een praktische benadering de uitdagingen op het gebied van duurzame inzetbaarheid aanpakt en zo een gezonde werkomgeving creëert.
OFIFTY is een IT detacheerder op het gebied van support en beheer in Noord-Nederland. Schaars IT-personeel, piekmomenten of uitdagende projecten? Wat de reden ook is: de IT professionals van OFIFTY vind je overal. Ze werken met veel plezier bij opdrachtgevers zoals Gasunie, RDW en Certe. Maar het werken met gedreven professionals brengt ook uitdagingen met zich mee die elke organisatie herkent. Hoe zorg je voor een gezonde balans tussen uitdaging en werkdruk? En op welke manier bevorder je de duurzame inzetbaarheid van medewerkers?
Onderzoek naar duurzame inzetbaarheid
In de zomer van 2023 merkte Kris Schuurman, HR Adviseur bij OFIFTY, signalen van onbalans binnen de organisatie op. Als werkgever wilde OFIFTY preventief onderzoeken welke factoren hieraan bijdroegen, met als doel een betere werk/privé balans, meer werkgeluk en het verminderen van ziekteverzuim. Het initiatief ontstond bij Kris om aan de voorkant actie te ondernemen voor de medewerkers, vooral omdat collega’s in detachering op afstand werken en fysiek contact niet dagelijks mogelijk is. Ze benadrukt: “Juist omdat onze collega’s op afstand werken, moeten we het hebben van vertrouwelijk contact waarin knelpunten worden besproken. We vroegen ons af hoe we als werkgever iets konden betekenen, om een handreiking te doen naar onze medewerkers. We wilden weten hoe onze medewerkers in het werk staan, waar hun behoeften liggen en waar ze tegenaan lopen. Hoe kunnen wij als werkgever werken aan duurzame inzetbaarheid? Daar is het balletje gaan rollen.”
Samenwerking met Cvites
OFIFTY benaderde Cvites ter ondersteuning bij het versterken van duurzame inzetbaarheid. Cvites biedt dienstverlening op het gebied van loopbaanontwikkeling, teamontwikkeling en leiderschapsontwikkeling. Of je nu om mensgerichte of puur zakelijke redenen duurzame inzetbaarheid in de organisatie wil verbeteren; bij Cvites begint het bij meten. Heidy Vedder, loopbaancoach bij Cvites vertelt: “We zien dat organisaties geneigd zijn op basis van aannames interventies te plegen, maar dan handel je, met de beste bedoelingen, geblinddoekt.”
Het belang van meten met de DIX van TNO en LDC
Cvites stelde voor om met de Duurzame InzetbaarheidsindeX (DIX) van TNO een 0-meting uit te laten voeren. TNO is een onafhankelijk non-profit kennisinstituut dat wetenschappelijke kennis en innovatie toepasbaar maakt in de praktijk. Ze ontwikkelen innovaties, tools en programma’s om onder andere de inzetbaarheid in Nederland te verbeteren. LDC is een softwareontwikkelaar gespecialiseerd in tools op het gebied van arbeidsmobiliteit, duurzame inzetbaarheid en verzuim en ontwikkelde het platform om de DIX binnen organisaties in te zetten.
Linda Koopmans is onderzoeker bij TNO en van oorsprong organisatiepsycholoog. Ze vindt het belangrijk dat de kennis uit het onderzoek van TNO gebruikt wordt om een positieve impact te maken binnen organisaties op het gebied van duurzame inzetbaarheid: “Medewerkers hebben een eigen verantwoordelijkheid, maar uit onderzoek blijkt dat ze vaak niet goed weten hoe ze hierin regie kunnen pakken. Het is daarom belangrijk dat organisaties het onderwerp op de agenda zetten. Als je mensen weet te stimuleren om te werken aan hun eigen inzetbaarheid dan is dat uiteindelijk goed voor de gezondheid, productiviteit en het werkgeluk.”
Agenderen van duurzame inzetbaarheid bij OFIFTY
OFIFTY heeft het onderwerp op de agenda gezet door nauwgezet naar de interne communicatie te kijken. “In onze groepsapp, op intranet, tijdens de kwartaalborrel en in één op één gesprekken hebben we het belang van gezond werken en duurzame inzetbaarheid onder de aandacht gebracht. We hebben onze medewerkers uitgenodigd om deel te nemen aan de DIX, maar hier geen verplichting van gemaakt. Dit klinkt vrijblijvend, terwijl het thema ‘zorgen voor jezelf’ en je inzetbaarheid natuurlijk niet vrijblijvend is. Maar omdat we het thema continu onderwerp van gesprek maakten, kreeg het vorm in de organisatie en was er een hoge bereidheid om deel te nemen.”
De 0-meting vond plaats in september 2023. Medewerkers konden anoniem deelnemen en ontvingen na deelname persoonlijke tips en aanbevelingen om mee aan de slag te gaan. Ook werden ze gestimuleerd om over de uitslag met de leidinggevende in gesprek te gaan.
Resultaten en aanpak na 0-meting
Op basis van de geanonimiseerde antwoorden van alle medewerkers ontving OFIFTY een groepsrapportage met gemiddelde scores. Samen met Cvites is er een eerste analyse en interpretatie gemaakt van duurzame inzetbaarheid en het welzijn van de medewerkers. Cvites benoemde belangrijke uitdagingen en formuleerde gerichte aanbevelingen om de duurzame inzetbaarheid te behouden en te versterken.
Wat positief opviel was de hoge betrokkenheid van de OFIFTY-medewerkers in de organisatie, vooral omdat het gaat om gedetacheerde professionals. Kris is hier blij mee: “We denken natuurlijk na over het merk OFIFTY en het logo, maar het gaat ook over identiteit en wat je wil uitdragen als werkgever. Daar kunnen medewerkers zich mee identificeren. We zijn een kleine club en je wordt bij ons gezien. Er is niet alleen oog voor het werk, maar ook voor privé zaken die impact hebben.” En dat werd gedeeld in de gesprekken die volgden. Medewerkers bleken niet alleen te kiezen voor de naam OFIFTY maar ook voor hoe er binnen de organisatie naar elkaar werd omgekeken, de korte lijnen en de nuchtere aanpak.
Uit de 0-meting kwam naar voren dat er meer mogelijkheden zijn om kennis en kunde met elkaar te delen. De technische kennis die bij de ene opdrachtgever wordt opgedaan, kan een collega bij een andere opdrachtgever weer gebruiken. De behoefte ontstond om persoonlijke ontwikkeling en scholingsbehoeften gerichter in kaart te brengen, bovenop de reeds bestaande contactmomenten. Daarnaast mag er extra aandacht zijn voor de ergonomische werkomgeving waar naar uitgeleend wordt. Hierbij staat de vraag centraal: Is er aandacht voor gezond werken en het nemen van pauzes?
In lijn met de Groningse nuchterheid van OFIFTY werden de resultaten van de DIX-meting pragmatisch aangepakt. In plaats van alleen te focussen op uitdagingen, zette OFIFTY ze om in kansen voor groei en ontwikkeling binnen de organisatie.
Speerpunten voor duurzame inzetbaarheid
Het uitvoeren van de 0-meting vormde het vertrekpunt om duurzame inzetbaarheid voortdurend te bespreken en acties in te bedden in de organisatie. OFIFTY heeft op basis van het onderzoek en de adviezen die hieruit volgden vijf speerpunten bepaald die gaan helpen bij duurzame inzetbaarheid en de gezonde groei van de organisatie. Ze bieden hiermee een totaalpakket dat tegemoet komt aan de behoeftes van medewerkers. Het pakket bestaat uit kennissessies, persoonlijke ontwikkeling en coaching, budget coaching, fietslease en bedrijfsfitnessregeling en aandacht voor de werkomgeving. Zo wordt de 0-meting niet een op zichzelf staand project maar een doorlopende inspanning.
Rol van HR en advies van TNO
Linda van TNO benadrukt de rol van HR in het bevorderen van duurzame inzetbaarheid binnen een bedrijf: “Het is belangrijk om alle lagen van de organisatie te betrekken. Het commitment van het MT is nodig, evenals de input en het draagvlak van het personeel. Er is al zoveel dat organisaties moeten doen. Te midden van alle verplichtingen zoals KPI’s en RI&E wordt duurzame inzetbaarheid en de menselijke kant van het werk soms over het hoofd gezien.”
Een belangrijke tip van Linda die naadloos aansluit bij het praktijkvoorbeeld van OFIFTY, is om duurzame inzetbaarheid structureel op de agenda te zetten: “Het menselijk kapitaal, je personeel, wil je behouden, vooral in een tijd waarin de arbeidsmarkt krap is. Bevlogen medewerkers zijn cruciaal voor toekomstbestendig werken. De DIX is een tool die specifiek is ontwikkeld om meer grip te krijgen op duurzame inzetbaarheid.”
Cvites: ondersteuning bij duurzame inzetbaarheid
Duurzame inzetbaarheid gaat verder dan alleen het behouden van medewerkers; het draait om het creëren van een werkomgeving waarin zij tot hun recht komen. De DIX is niet alleen een meetinstrument maar een krachtig preventiemiddel. Door middel van deze tool worden niet alleen individuele behoeftes in kaart gebracht, maar legt de analyse ook de vinger op de zere plek binnen een organisatie of afdeling. Het is een waardevol instrument dat, zoals Heidy van Cvites benadrukt, organisaties helpt om hun menselijk kapitaal te behouden en toekomstbestendig te werken.
Bij Cvites staan we klaar om organisaties te ondersteunen bij het creëren van een gezonde werkomgeving en het bevorderen van duurzame inzetbaarheid: want gezond werken loont. Neem gerust contact met ons op voor een verkennend gesprek en ontdek hoe wij jouw organisatie op maat kunnen ondersteunen.
Met een grote glimlach en een bruinverbrand gezicht laat Rob Ringenier zijn werkplek zien. Achter de schermen bij Wildlands in Emmen is er nog een hele wereld te ontdekken, van het personeelsrestaurant in het Atlastheater naast de hoofdingang, tot de kapschuur en het magazijn achter het apen- en leeuwenverblijf. Rob is helemaal op zijn plek als medewerker logistiek bij Wildlands, en dat is aan hem te zien.
Ruim een jaar werkt Rob nu bij Wildlands. Zijn contract is net verlengd. Begin 2022 kwam hij binnen op een werkervaringsplek en binnen een paar weken kreeg hij te horen dat er een baan voor hem was. Dat het zo snel ging was deels geluk, maar ook te danken aan de inzet en energie van Rob.
Alles kunnen met een prothese
Je ziet het niet aan hem, maar Rob heeft zichzelf en zijn omgeving wat te bewijzen. Hij vertelt: “Ik ben geboren met een misvormde voet. Toen ik vijf jaar was, moest mijn voet geamputeerd worden. Sindsdien heb ik een prothese. Maar ik wilde altijd hetzelfde kunnen als ieder ander, of meer.”
Paardrijden, gymnastiek, waterpolo, voetbal, motorcrossen, er is niets wat Rob niet gedaan heeft. Ook op het werk heeft hij zich nooit laten beperken door zijn handicap. Voordat hij bij Wildlands kwam, werkte hij bijna negen jaar als kippenvanger. Door omstandigheden op het werk kwam hij ziek thuis te zitten, en dat was niks voor hem.
Zijn werkgever meldde hem aan bij Cvites voor bemiddeling naar een nieuwe baan. “Het traject met Geert Hoving begon kwakkelig,” vertelt Rob. “Als je bijna twee jaar thuis zit, is het lastig om weer op gang te komen. Ik vond het moeilijk om op afspraken te komen. Maar toen we eenmaal aan de gang waren ging het snel. Ik vertelde dat ik graag bij Wildlands wilde werken, Geert legde het eerste contact en toen was het heel snel geregeld.”
Hoe meer telefoontjes, hoe beter
Wildlands is niet alleen een klinkende naam om voor te werken. Voor Rob is het een jongensdroom om met mensen én dieren te kunnen werken. Als boerenzoon wordt hij er gelukkig van als hij de koeien (‘mijn vrienden’) in het park op verse takken mag trakteren, maar hij wordt er net zo blij van als hij zijn collega’s kan helpen. Hoe meer telefoontjes, hoe beter, vindt Rob.
Hoewel de meeste collega’s weten van zijn prothese en hij er heel open over is, vergeet je het ook snel als je Rob aan het werk ziet. Dit heeft al eens een hilarische situatie opgeleverd. Na een feest ruimde Rob met een collega een stapel tafels op. De kar, met daarop 16 tafels, ging niet over een drempeltje en dus tilde Rob de kar een eindje op. Dit kon de prothese niet aan.
“Ik belde een collega: ‘Mijn voet is gebroken!’” vertelt Rob lachend. “Iedereen was in rep en roer. De leidinggevende vroeg waar ik was en wilde me komen halen. Ik zei: ‘Dat is niet nodig, ik kom wel naar jou toe.’ Die middag bestelde ik een nieuwe voet en de volgende dag had ik hem in huis. Toen kon ik gewoon weer aan het werk.”
Nadenken over de toekomst
Het afgelopen jaar heeft Rob certificaten behaald voor het besturen van een veegwagen, reachtruck en een shovel. Dat maakt zijn werk steeds makkelijker, en het is ook goed voor zijn kansen op de arbeidsmarkt. Niet dat hij alweer wil gaan solliciteren, maar je weet maar nooit.
“Ik hoop hier nog heel lang te blijven. Maar je moet ook blijven nadenken voor als het niet loopt zoals je hoopt”, zegt Rob. Nog eens twee jaar thuiszitten, dat laat hij niet meer gebeuren. “Ik ben blij dat ik de hele dag wat te doen heb. Dat geeft me ritme en voldoening en dat wil ik graag zo houden.”
Er gaat tegenwoordig geen week voorbij of het gaat over stijgende personeelstekorten en toenemende werkdruk. Vooral in de zorg. Een urgent, maar ook bekend probleem. De vraag is: wat is eraan te doen? In de zoektocht naar oplossingen stuitte Cvites op Isala. Het ziekenhuis in de regio Zwolle heeft werkplezier opgenomen als doelstelling in de strategische plannen. Hoe ziet dat eruit in de praktijk? En wat levert het op?
Margreeth Buning en Marita van Polen geven met hun collega’s van het team HR Vitaliteit handen en voeten aan dit beleid, dat er op is gericht medewerkers op mentaal-, fysiek- en loopbaangebied gezond en fit te houden. ‘Al een aantal jaren op rij staan werkplezier en werkgeluk in de doelstellingen. Dat is niet altijd zo geweest, maar het bestuur en management zien het belang ervan’, vertelt adviseur loopbaan- en mobiliteit Margreeth Buning. ‘Het is een basisvoorwaarde om te zorgen dat mensen goed functioneren, gezond zijn en plezier hebben in werk dat bij ze past.’
Sterk & Fit
Naast een centrum voor loopbaan en mobiliteit waar medewerkers terecht kunnen met al hun loopbaanvragen, is zeven jaar geleden het vitaliteitsprogramma ‘Sterk & Fit’ ontwikkeld. Dit programma bevat onder andere sportactiviteiten, massages, lifestyle-coaching en loopbaancoaching. De afgelopen jaren is ‘Sterk & Fit’ uitgegroeid tot een zorgvuldig gepland pakket dat gebaseerd is op onderzoek naar de behoeftes van medewerkers.
‘Zorgverzekeraar Zilveren Kruis betaalt mee aan het programma. Zij stelden de voorwaarde dat er meer evidence based interventies (maatregelen waarvan het effect bewezen is) in het programma werden opgenomen’, vertelt arbeids- en organisatiedeskundige Marita van Polen. Daarom is Isala een samenwerking aangegaan met onderzoeks- en adviesbureau Nolost, dat ondersteuning biedt bij het behoeftenonderzoek.
Uit dit onderzoek onder medewerkers blijkt dat verpleegkundigen, arts-assistenten en analisten het meest onder druk staan. Maar hun behoefte verschilt niet zoveel van andere disciplines. Marita: ‘Zowel voor mensen die al onder druk staan als voor de collega’s die lekker in hun vel zitten, spelen dezelfde thema’s. Naast een continu, breed aanbod, hebben we daarom het eerste halfjaar extra aandacht gegeven aan ontspanning, bijvoorbeeld met massagestoelen. Daarna lag de focus op gezond koken in weinig tijd, met onder andere een receptenapp en een suikerchallenge. Vanaf januari dit jaar is het thema omgaan met druk.’
Stoelmassage op de afdeling
De meest succesvolle onderdelen uit de verschillende thema’s worden opgenomen in het continue aanbod. Zo ontstaat er een breed programma dat aansluit op de behoeften van de medewerkers. ‘Alles wat je naar de mensen toe brengt, werkt heel goed. Dat is ons grootste leerpunt uit het eerste thema’, vertelt Marita. ‘Een stoelmassage van 20 minuten op de afdeling klinkt simpel, maar als je op je tandvlees loopt dan is een paar minuten ontspanning al heel veel waard. En het is een manier om te laten zien dat je medewerkers belangrijk vindt.’
Een programma in elkaar zetten en delen op intranet is niet voldoende, zo ontdekten ze bij team HR Vitaliteit. ‘De mensen op de werkvloer openen als eerste hun patiëntendossiers. Meestal gaan ze dan meteen aan de slag. Als er ergens een gaatje is, openen ze hun mail, en pas daarna lezen ze eens iets op intranet. Je wilt ook de mensen bereiken die daar niet aan toekomen’, zegt Margreeth.
Mensen bereiken met een fruitmand
En dus trekt de afdeling alles uit de kast om het onderwerp onder de aandacht te brengen, met acties die passen bij het betreffende thema. Voor gezond koken in weinig tijd werden bijvoorbeeld fruitmanden rondgebracht met flyers over het thema. Het is een continue uitdaging om alle 7000 medewerkers te bereiken.
Al die aandacht en inspanning is erop gericht dat mensen fit en vitaal blijven of dat weer worden. Margreeth: ‘We vinden het belangrijk om te zorgen dat mensen niet onnodig ziek worden of ongewenst de organisatie verlaten. We willen iets sociaals bieden aan mensen, een goede werkgever zijn. En ik ben ervan overtuigd dat dit uiteindelijk ook nog eens geld oplevert.’
Positief loopbaanbeleid
Ook het thema loopbaan en mobiliteit wordt vanuit deze visie benaderd. Margreeth: ‘De afdeling bestaat nu twintig jaar. We hebben vanaf dag één benadrukt dat loopbaan en mobiliteit erop gericht is om zelf je toekomst sturing te geven en werk te doen wat bij je past. De ondersteuning die wij bieden is er met name op gericht om medewerkers een (nog) beter passende plek te laten vinden en interne doorgroeimogelijkheden te bieden.’
De organisatie stimuleert leidinggevenden om medewerkers met een loopbaanvraag aan te moedigen op zoek te gaan naar antwoorden en niet op de rem te trappen uit angst dat diegene dan vertrekt. Het antwoord op een loopbaanvraag kan namelijk ook zijn dat iemand met nieuwe inzichten en energie blijft, al dan niet in een andere functie of rol. Sterker nog, het gebeurt geregeld dat mensen die de organisatie wél verlaten, later toch weer terugkomen bij Isala.
Ondanks de positieve benadering gebeurt het ook Margreeth nog wel eens dat ze een medewerker spreekt die niets weet van het bestaan van het Centrum Loopbaan en Mobiliteit. Het thema onder de aandacht blijven brengen, is dus ook hier het devies. Daarom wordt sinds een aantal jaren ook in de jaargesprekken aandacht besteed aan de onderwerpen loopbaanplanning en werkplezier.
Een voorbeeld in de regio
Alle aandacht voor werkplezier blijft ook buiten Isala niet onopgemerkt. Andere zorginstellingen tonen interesse in de Isala-aanpak. ‘Ik denk wel dat we één van de zorginstellingen uit de regio zijn die hier het verst mee zijn’, vertelt Marita trots.
Toch blijft er ook altijd iets te wensen over. ‘Sterk en fit is nu nog teveel gericht op individuele medewerkers. Ik zou graag willen dat het meer onderdeel wordt van een team, of van het organisatieklimaat’, zegt Marita. ‘Bijvoorbeeld een thema als omgaan met druk. Daar kan je wel in je eentje actie op ondernemen, maar veel sterker is het om dit samen te doen.’
‘Op mijn verlanglijstje staat dat we meer gaan denken in taken in plaats van in functies’, vult Margreeth aan. ‘Door flexibeler te zijn in werktijden, diensten en functieprofielen kun je meer mensen voor de organisatie behouden en ziekteverzuim voorkomen. Het is een vergezicht en soms lastig in te passen in een grote organisatie waar veel druk op staat, maar we hebben iedereen nodig. Ik denk dat we hierin wel zullen moeten, als we inclusief willen zijn en al het potentieel willen benutten dat er is.’
Vacature Loopbaancoach (28-40 uur)
Deze vacature is gesloten. Wij hopen binnenkort onze nieuwe collega te kunnen voorstellen.
Ben jij er net als wij van overtuigd dat mensen het verschil maken voor organisaties? Krijg jij energie van het motiveren en enthousiasmeren van mensen om het beste uit zichzelf te halen, ook als de omstandigheden tegenzitten? Ben je empathisch als het moet, maar ook doortastend en gericht op praktische oplossingen? Dan ben jij misschien wel de persoon die wij zoeken.
We zijn op zoek naar versterking van ons team van loopbaancoaches.
Wat ga je doen?
Als zelfstandige coach weet je hoe je de belangen tussen werkgever en werknemer moet wegen en hoe je deze kunt vertalen naar een heldere maatwerkoplossing. Je hebt ervaring met het acquireren van opdrachten en onderhouden van contacten met opdrachtgevers. De loopbaancoaches bij Cvites zijn eigenlijk ‘ondernemers’ in loondienst en hebben hun eigen ‘winkel’. In onderling overleg met het hele team bepalen we in welke regio(s) je het beste ingezet kunt worden.
Gezamenlijk bepaal jij de beste aanpak voor jouw cliënt en opdrachtgever. Je creëert een eerlijke, oprechte en open relatie met de cliënt die gebaseerd is op vertrouwen. Je helpt jouw cliënten bij het verkrijgen van inzicht in de eigen wensen en mogelijkheden en biedt ondersteuning bij diverse coachingsvragen en het actief benaderen van de arbeidsmarkt. Je coacht de cliënt bij de eigen ontwikkeling op zowel persoonlijk als professioneel vlak en richt je hierbij zoveel mogelijk op het zelfsturend vermogen van de cliënt. Voor jouw opdrachtgevers ben je sparringspartner op het gebied van duurzame inzetbaarheid.
Je spreekt jouw cliënten op één van de kantoren van Cvites of (thuis) via videobellen. Je bepaalt je eigen agenda en hebt een grote mate van zelfstandigheid, uiteraard wel nadat we je hebben ingewerkt op de werkwijze van Cvites.
Wie zoeken we?
- Je weet mensen te motiveren en te enthousiasmeren om in beweging te komen;
- Je weet om te gaan met verschillende, eventueel tegenstrijdige belangen;
- Je hebt een positieve benadering en straalt deze uit naar je cliënten en opdrachtgevers;
- Je kent de (ontwikkelingen op de) arbeidsmarkt en gebruikt, indien nodig, de mogelijkheden van beroepsopleidingen, vakopleidingen, bijscholingen en trainingen voor de cliënt;
- Je hebt kennis van actuele wet en regelgeving zoals de wet verbetering Poortwachter en de ontslagwetgeving
- Je bent in staat heldere voortgangs- en eindrapportages te schrijven en mist geen deadline;
- Je hebt hbo werk- en denkniveau en tenminste drie jaar relevante werkervaring.
Wat bieden we?
- Een zelfstandige functie met veel vrijheid (en verantwoordelijkheid);
- Een volle ‘gereedschapskist’ aan loopbaaninstrumenten die je in staat stelt jouw werk zo goed mogelijk te doen;
- Een team van bevlogen, ervaren collega’s die voortdurend van elkaar leren;
- De mogelijkheid om jezelf tijdens de wekelijkse team overleggen (woensdagmorgen in Emmen) en teamdagen te ontwikkelen;
- Ruime scholingsmogelijkheden;
- Vast dienstverband;
- Een marktconform salaris, passend bij jouw achtergrond en ervaring (tussen € 3500 en € 4500,- bruto per maand op basis fulltime dienstverband)
- Een reiskostenvergoeding conform fiscale mogelijkheden;
- Een laptop, telefoon en de ruimte om jouw werk naar eigen inzicht op één van onze kantoren of thuis te doen;
- 27 vakantiedagen (bij fulltime dienstverband);
- Marktconforme Pensioenregeling
Wie zijn wij?
Cvites is sinds 2001 een betrouwbare partner voor loopbaan- en teamcoaching in Noord-Nederland. Met vestigingen in Emmen, Assen en Hoogeveen en spreekuurlocaties in Groningen, Deventer, Hardenberg en Zwolle zijn wij in de hele regio goed bereikbaar. Onze professionele loopbaancoaches hebben een sterk netwerk in Groningen, Drenthe en Overijssel.
Cvites is ervan overtuigd dat mensen het verschil maken voor elke organisatie. Bevlogen medewerkers zijn productiever, gelukkiger én ze houden hun werk langer vol. Gezonde uitdaging, motivatie, voldoening, waardering en ontwikkeling zijn onmisbaar voor ieder mens en elk team. Wij dragen bij aan de duurzame inzetbaarheid van mensen door tussen al deze punten de juiste balans te helpen vinden.
Voor info mag je bellen naar:
Geert Hoving (directeur), 06-53722677, bij voorkeur op vrijdagmorgen tussen 9.30 en 12.00 uur.
Procedure:
Deze vacature is gesloten. Je kunt niet meer reageren.
Een geluk bij een ongeluk, dat is het verhaal van Asia Poliwka in een notendop. Ruim een jaar geleden kwam ze bij Cvites terecht. Ze kon haar werk bij vleesverwerker Heijs Food Products niet meer doen en moest op zoek naar een andere baan. Terugkijkend is dat misschien wel het beste wat haar is overkomen, zo blij is ze met haar nieuwe baan bij metaalbewerkingsbedrijf Priema Cetra in Hardenberg.
‘Iedereen lacht de hele tijd’, zo beschrijft Asia de sfeer op haar nieuwe werkplek. ‘Als ik iets nodig heb is er altijd wel een collega op de werkvloer die wil helpen en ook op kantoor zijn ze erg behulpzaam.’ Zo heeft Asia net haar heftruckcertificaat gehaald en wordt er nu gekeken of ze kan leren lassen. Een dagje vrij is, ondanks het werken in twee ploegen, makkelijk te regelen.
Wat ook helpt, volgens Asia, is de afwisseling in taken. Ze staat bijna nooit twee dagen achter elkaar op dezelfde plek. De ene dag buigt ze metalen strips tot frames voor autoruiten, de andere dag doet ze licht assemblagewerk of controleert ze een eindproduct. Dit is bewust beleid bij Priema Cetra: het maakt het werk niet alleen leuker, maar voorkomt ook blessures die bij eenzijdig werk wel kunnen optreden.
Van Polen naar Nederland
De stoere, nuchtere wereld van de metaalbewerking past bij Asia. Als jong meisje wilde ze net als haar vader in Polen bij de brandweer. Het liep anders. Ze begon met een studie Engels, maar toen die na een jaar niet meer te betalen was vertrok ze met haar vriend naar Nederland. Ze zouden een paar maanden gaan, voor het avontuur en het geld. Het avontuur is inmiddels twaalf jaar geleden en Asia en haar vriend hebben een leven in Nederland opgebouwd.
‘Het leven in Polen is zwaarder, duurder, moeilijker voor ‘gewone mensen’ dan hier in Nederland’, vertelt Asia. ‘Hier kun je een keertje naar een restaurant, een dagje uit gaan. In Polen moet je wel een heel goede baan hebben om dat soort dingen te kunnen doen. Je moet met z’n tweeën fulltime werken om rond te kunnen komen.’
Jarenlang werkten Asia en haar vriend in dezelfde fabriek. ‘We stonden de hele dag naast elkaar en deden hetzelfde werk, ’s avonds thuis waren we dan wel uitgepraat. Nu ik ergens anders werk hebben we elkaar tenminste iets te vertellen’, lacht Asia. Het was de kou in de fabriekshal waar Asia niet tegen kon. In de warme hal bij Priema Cetra voelt ze zich als een vis in het water.
Werkervaringsplaats pakt goed uit
Haar nieuwe werkgever is blij met de komst van Asia, vertelt HR manager Anouk Arends. ‘Asia is de eerste die via een werkervaringsplaats in het tweede spoor bij ons is binnengekomen en dat heeft heel goed uitgepakt. Ik ben er niet heel bewust naar op zoek geweest, maar toen Wilma van Cvites belde stonden we er wel meteen voor open. We hebben bijvoorbeeld ook veel praktijkschool-leerlingen en vinden het belangrijk om iedereen een kans te geven.’
Dat Asia het zo naar haar zin heeft is een compliment voor het bedrijf, dat naar eigen zeggen ‘werkgeluk niet zo op de agenda heeft staan’. Veel te hip, volgens Anouk. Het ‘geheim’ van al die lachende mensen op de werkvloer zit hem volgens haar juist in de no-nonsens-cultuur van het bedrijf. Een directeur-eigenaar die iedere dag op de vloer te vinden is, goed contact tussen het kantoor en de fabriek en verder vooral niet te gek doen.
Mensen gelukkig en gezond houden
Het lage personeelsverloop en een verzuim van maximaal 2 procent zijn een teken dat Priema Cetra het goed doet als werkgever. Maar Anouk is zich als HR-adviseur bewust van het belang van gelukkige en gezonde medewerkers, ook als het goed gaat: ‘Je moet oppassen dat je er niet te weinig aandacht aan besteedt. We merken dat we bij de jongere medewerkers meer ons best moeten doen om ze tevreden te houden. Ze willen vaak wat meer zelfsturing en willen zich ook meer ontwikkelen dan hun oudere collega’s.’
Ook duurzame inzetbaarheid is een thema binnen Priema Cetra, al geldt dat met name voor de fabriek in Hoevelaken, waar het werk fysiek zwaarder is. Binnen het nuchtere bedrijf praat niet iedereen graag over zijn/haar gezondheid of ontwikkeling, dus wordt het thema zo praktisch mogelijk besproken. Maatregelen zoals meer roulatie tussen functies en praktijkgerichte cursussen zorgen dat medewerkers het werk langer volhouden en uitgedaagd blijven.
Voor Asia is het in ieder geval precies goed. Ze wil zoveel mogelijk leren. Niet alleen op het gebied van techniek, maar ook haar Nederlands en computervaardigheid wil ze ontwikkelen, zodat ze in de toekomst misschien nog eens op een kantoor kan werken. Maar voorlopig hoeft Asia niets anders. ‘Als het zo blijft, kan ik hier met plezier nog minstens tien jaar werken.’
Voordat Dia Vos aan een zangsessie begint, haalt ze een paar keer diep adem. Ze laat haar eigen beslommeringen los, laadt zich op en richt zich dan volledig op de persoon voor wie ze komt. Als Zorg-Zangeres zingt ze voor en met mensen met een hersenaandoening. Zo combineert ze haar passie voor muziek en zorg: de mooiste baan die ze voor zichzelf kan wensen.
‘Ik heb altijd gezongen’, vertelt Dia. ‘Maar ik heb het nooit als een beroep gezien. Zingen is een hobby.’ Dus toen ze na de middelbare school een opleiding en een beroep moest kiezen, kwam het niet in haar op om een professionele zangcarrière na te streven. Ze wilde iets met mensen doen. Het toeval hielp een handje en zo werd Dia apothekersassistente.
Jarenlang haalde ze veel voldoening uit haar werk in de apotheek. Daarnaast is ze altijd blijven zingen, in verschillende koren en ensembles. Maar toen ze enkele jaren geleden door omstandigheden het werk in de apotheek niet meer kon doen, werd ze aan het denken gezet. ‘Ik vroeg mij af: Waar ben ik nou geschikt voor?’ zegt Dia. ‘Ik wil iets met mensen doen en ik wil mijn zangtalent benutten.’
Het effect van aandacht
Eigenlijk begon die wens al eerder, toen haar moeder in een verzorgingshuis terechtkwam. In eerste instantie had Dia een praktische, verzorgende rol voor haar moeder. Tot ze een keer samen met haar moeder naar een CliniClown ging. ‘Ik was echt verrast door het positieve effect van die CliniClown. Dan zie je wat aandacht en complimenten doen voor een mens. Het idee dat ze weer even echt gezien worden, ergens aan meedoen, daar worden mensen echt blij van.’
Door voor haar moeder te zingen kon Dia veel langer contact houden met haar moeder, ook al waren gesprekken niet meer mogelijk. Zo heeft ze persoonlijk ervaren wat het effect is van muziek op iemand met dementie. Dus toen ze op zoek moest naar ander werk, waren ‘zorg’ en ‘zingen’ de sleutelwoorden.
Opleiding tot Zorg-Zangeres
Dia voerde deze woorden in op Google en stuitte op de opleiding tot Zorg-Zangeres van Zingen in de Zorg. Dit was precies wat ze zocht. Hier leerde ze hoe ze haar ervaring als zangeres kan toepassen voor mensen met geheugenproblemen en kreeg ze een theoretisch kader bij wat ze zelf al had ervaren: hoe zingen mensen met geheugenproblemen kan helpen kwaliteit van leven te behouden.
‘Eén van de methodes die ik heb geleerd, is de drie V’s: verstillen, vertragen en verzachten’, vertelt Dia. ‘Je moet er rekening mee houden dat iemand niet meer zo snel kan, of overprikkeld kan raken. En verstillen betekent ook dat je voor de deur je bagage achter je laat. Je komt met een lege agenda en bent er echt helemaal voor die ander.’
Repertoire op maat
Van tevoren spreekt Dia met familie of zorgverleners het repertoire af. Hierbij gaat ze uit van het geboortejaar plus vijftien tot vijfentwintig jaar. De muziek uit die periode is vaak wat het beste in het geheugen is opgeslagen. De achtergrond maakt ook uit: luisterde iemand naar de radio of kwam hij vooral via de kerk met muziek in aanraking? Zo stelt Dia een map samen met muziek die past bij degene voor wie ze zingt.
Dia: ‘Als ik begin met een sessie, zorg ik altijd eerst dat iemand zich op zijn gemak voelt. Dan vraag ik of iemand samen wil zingen of liever eerst even wil luisteren. Soms herhalen we een lied, en als ik voel dat het niet aanslaat zing ik één couplet en ga ik door met het volgende. Als het goed gaat daag ik mensen uit, bijvoorbeeld door hun favoriete lied heel zachtjes te zingen, of sneller. Het is echt maatwerk. Ik kan niet van 10.00 uur tot 11.00 uur een sessie doen en dan om 11.00 uur meteen door met de volgende. Ik moet zelf ook altijd even landen en weer opladen voor de volgende.’
Blij met kleine dingen
Inmiddels heeft Dia een aantal vaste adressen waar ze wekelijks of tweewekelijks komt. Ze doet individuele sessies (vaak gefinancierd vanuit het PGB) en zingt ook met groepen. Soms zit de familie erbij, maar het biedt mantelzorgers ook de gelegenheid om juist even iets voor zichzelf te gaan doen.
Het effect? ‘Mensen kijken me meer aan, beginnen verhalen te vertellen, worden alerter. Soms komen er emoties boven’, vertelt Dia. Zelf leert ze ook van haar cliënten. Ze ziet hoe blij ze kunnen zijn met kleine dingen zoals een kop koffie. ‘Laatst zong ik met een groep en deed ik wat rek- en strekoefeningen om op te warmen. Een vrouw in een rolstoel was zo blij dat haar lichaam het zo goed deed, daar kan ik ook echt van genieten’, zegt Dia.
Geluk en voldoening
Wat het werken als Zorg-Zangeres ook met zich mee heeft gebracht, is dat Dia op 61-jarige leeftijd ondernemer is geworden. Ze heeft haar eigen website, flyer en visitekaartjes gemaakt en veel geleerd over ondernemerschap. Ze deelt haar eigen tijd in, maakt haar eigen afspraken en hoewel het hard werken is geniet ze van de vrijheid en zelfstandigheid.
‘Ik heb echt ontzettend veel geluk dat ik dit werk mag doen’, zegt Dia. ‘Ik haal er zo veel voldoening uit. Het raakt me dat ik iets heb gevonden wat ik zelf niet voor mogelijk had gehouden. Wie verzint het dat je op je zestigste nog iets heel anders gaat doen, dat je iets vindt wat zo goed bij je past? Zo zie je maar: waar de ene deur sluit, gaat een andere open.’
Sanne Hoving
Hoe minder Pien Lockhorst te doen heeft, hoe beter. Want dat zou betekenen dat er weinig langdurig zieken zijn bij Treant, de zorgorganisatie waar ze al bijna dertig jaar werkt. Als mobiliteitsadviseur houdt Pien zich bezig met het zoeken naar nieuwe functies voor medewerkers die hun oude werk niet meer kunnen doen. En daar heeft ze haar handen vol aan.
Toen Pien twintig jaar geleden begon met het opzetten van het mobiliteitscentrum, was het ziekteverzuim in het Scheperziekenhuis meer dan 10%. Zo hoog als toen is het gelukkig nooit meer geworden, maar het verzuim in de zorg is nog altijd hoog en dat is bij Treant niet anders. Pien heeft de zorg van dichtbij zien veranderen, en ook haar eigen werk bleef in al die jaren niet hetzelfde.
Pien begon haar loopbaan als verpleegkundige. Ze kwam er al vroeg achter dat ze dat werk niet haar hele leven wilde doen, maar dat ze zelf aan het bed heeft gestaan is wel een voordeel in haar huidige baan. ‘Ik hoor wel eens van leidinggevenden dat ik begrijp wat mensen doen. Ik weet wat werkdruk is in de zorg. En ik weet wat administratieve last doet met medewerkers die zorg willen verlenen aan patiënten en bewoners.’
Meer administratie en zwaardere zorg
Die toegenomen administratielast is één van de grote veranderingen in de zorg, maar ook de zorgzwaarte is enorm toegenomen, zegt Pien. ‘Vroeger kwamen mensen met een gebroken enkel op orthopedie en lagen ze er een week. Nu zijn die mensen binnen een dag weer thuis. Alleen de mensen die echt niet thuis verzorgd kunnen worden, blijven in het ziekenhuis of gaan naar het verpleeghuis of woonzorgcentrum.’
Niet iedereen is geschikt om deze intensieve zorg te leveren. Sommige mensen die twintig jaar geleden met veel plezier in de zorg werkten houden het nu niet meer vol. Dat geldt ook voor de ouderenzorg. Tegenwoordig zijn er veel meer mensen met dementie. Die kunnen niet meer allemaal op een speciale afdeling worden ondergebracht, en dus komen ze ook in ‘gewone’ woonzorgcentra terecht. Verpleegkundigen en verzorgenden die niet meer met deze doelgroep kunnen werken, hebben daardoor steeds meer moeite om een passende werkplek te vinden.
Natuurlijk zijn er ook positieve ontwikkelingen, ziet Pien: ‘Er is veel meer techniek gekomen. Apparatuur en middelen zijn veel beter en mooier geworden. We doen voorzichtig wat met robotisering. Dat maakt het werk op sommige vlakken gelukkig weer wat makkelijker.’
Ziek is niet meer zomaar ziek
Ook in haar eigen vak is er veel veranderd, vertelt Pien. Er wordt anders gekeken naar verzuim. ‘Tegenwoordig wordt er veel zakelijker gekeken naar ziek zijn dan toen ik begon. Vroeger brak je een been en zat je zes weken ziek thuis. Nu wordt al snel gekeken of je dan nog wat administratief werk kunt doen. Je hebt een overeenkomst, levert een dienst en krijgt daarvoor salaris. En als je die dienst niet meer kunt leveren, ontstaat er een probleem.’
Dat klinkt hard, maar veruit de meeste mensen vinden het zelf ook heel vervelend dat ze ziek zijn en niet meer kunnen doen waarvoor ze betaald worden. Daarom helpt Pien ze met zoeken naar wat er dan nog wél kan.
Doorgaan tot je erbij neervalt
In eerste instantie wordt vaak gekeken naar ander werk op de eigen afdeling. ‘Mensen die bij het mobiliteitscentrum komen, hebben vaak al van alles geprobeerd’, vertelt Pien. Ze ziet geregeld mensen die ondanks een aangepast takenpakket of een kortere werkweek toch het werk niet volhouden.
‘Er zijn mensen die doorgaan tot ze erbij neervallen. En dan pas gaan ze zich afvragen welk ander werk ze kunnen doen. Het zou mooi zijn als ze zich iets vaker de vraag stellen hoe lang ze het nog volhouden en eerder actie ondernemen. Dit wordt wel meegenomen in jaargesprekken, maar we doen er nog te weinig mee, vind ik.’
De oplossing: meer rouleren
Een mogelijke oplossing is volgens Pien dat mensen meer gaan rouleren en op verschillende plekken in de organisatie rondkijken. Niet alleen voor de gezondheid van de medewerkers, ook voor de kwaliteit van de zorg levert dat voordelen op. ‘Laatst was er nog een medewerker van een verpleegafdeling die had stagegelopen op een poli in het ziekenhuis. Een inkijk krijgen op het werk op een poli gaf haar meer informatie over hoe processen lopen tussen verpleegafdelingen en poliklinieken. Zo’n medewerker kan zorgen voor meer begrip aan beide kanten omdat ze ziet waar de problemen vandaan komen.’
Ondanks de personeelstekorten in de zorg is het op maat maken van functies dan weer lastig volgens Pien. Het gebeurt wel, maar meestal alleen om mensen in hun eigen functie te behouden. Voor iemand die ergens nieuw geplaatst wordt, worden niet zo snel uitzonderingen gemaakt.
‘Passend werk is passend op de vacature’, vindt Pien. ‘Je moet niet de vacature nog moeten aanpassen. Daarvoor is het werk te complex en onvoorspelbaar. De patiënten en bewoners kunnen elke dag andere zorg nodig hebben, dus mensen moeten redelijk flexibel en allround zijn binnen hun functie.’
De helft vindt ander werk
Zo’n 50% tot 60% van de mensen die bij het mobiliteitscentrum binnenkomen, vindt een nieuwe baan. Meestal binnen de organisatie, soms ook daarbuiten, al willen de meeste mensen het liefst bij Treant blijven.
Pien is er trots op dat het al vijftien jaar lukt om ruim de helft van de kandidaten aan ander werk te helpen, ook al zijn de omstandigheden steeds lastiger. De meeste mensen die herplaatst worden gaan van een actieve functie naar meer zittend, fysiek lichter werk. Maar die plekken worden schaarser.
Zelf aan het stuur zitten
Tijdens de zoektocht naar ander passend werk zitten medewerkers soms lang in onzekerheid. Vaak loopt er een medisch traject waarvan de uitkomst onzeker is, na een jaar verliezen mensen 30% van hun inkomen en als ze na twee jaar geen nieuwe plek hebben verliezen ze hun baan.
‘Die onzekerheid is fnuikend’, zegt Pien. ‘Ik kan mensen niet zeggen hoe en waar het eindigt. Ik kan ze alleen aanmoedigen duidelijke keuzes te maken en actie te blijven ondernemen. Hoe meer ze zelf het stuur pakken hoe meer kansen er ontstaan. En de keuze kan in sommige gevallen ook zijn om te accepteren dat werken helemaal niet meer lukt.’
Na twintig jaar in deze functie heeft Pien recent een keuze voor zichzelf gemaakt. Vanaf januari werkt ze twaalf uur minder per week. Zo draagt ze geleidelijk het stokje over aan haar collega’s en houdt ze het werk voor zichzelf leuk. ‘Eigenlijk had ik dat al eerder willen doen, maar ik heb dat niet voldoende duidelijk gemaakt, denk ik’, zegt Pien. Ook voor haarzelf weer een les: duidelijkheid creëer je zelf, door uit te spreken wat je wilt en de consequenties van je keuzes te accepteren.
Veronique Reimer
“Mam, daar ben je echt te oud voor!” Daar waren mijn kinderen van 21, 18 en 13 het unaniem over eens, toen ik in mei 2017 aan gaf dat ik wilde stoppen met mijn baan in het onderwijs en dat ik wilde kiezen voor een heel ànder beroep. En ja, ìk ben ook degene die altijd tegen mijn kinderen zegt “als je wilt studeren, moet je het nù doen, later komt het er niet meer van”. En toch…… het bleef kriebelen, ik was 50 geworden en op één of andere manier is dat toch een mijlpaal. Ik dacht: als ik dan toch nog wil studeren, moet ik het nù doen.
Ik ging in gesprek met mijn schoolbestuur…….wat is er mogelijk? Kan ik met wederzijds goedvinden ontslagen worden? Krijg ik dan een transitievergoeding? Tot die tijd had ik me nooit in dit soort dingen verdiept. Gelukkig kreeg ik van mijn schoolbestuur alle medewerking en goede adviezen. Eén van die adviezen was: ga eens praten met een loopbaancoach van Cvites. Dat heb ik gedaan en we kwamen er al gauw achter dat we fase 1 “wie ben ik? Wat kan ik? Wat zoek ik?” over konden slaan.
Ik wist nl. wel wàt ik wilde studeren………uitvaartbegeleider was een beroep dat al jaren in mijn achterhoofd zat. En wat bèn ik blij dat ik de knoop doorgehakt heb. Het was geen makkelijke beslissing, ik gaf wèl een vaste baan op, maar wat hèb ik het afgelopen schooljaar genoten van weer studeren, van nieuwe dingen leren, van het contact met mijn medestudenten. Ik ging de opleiding doen bij Meander uitvaartopleidingen in Zwolle, een heel brede opleiding waarbij je ook drie keer stage loopt. De eerste keer in een mortuarium (letterlijk doodeng als je nog nooit met overledenen gewerkt hebt) , daarna in een crematorium en tenslotte liep ik 4 weken met een uitvaartbegeleider mee die zijn eigen uitvaartonderneming heeft. Echt héél wat anders dan werken in het onderwijs!
En toch…….. ik herinner me een middag waarop ik met de familie van een overledene aan tafel zat tijdens de derde stageweek. Aan mij was gevraagd of ik het In Memoriam wilde schrijven, het levensverhaal van de 87-jarige vader, schoonvader en opa. In een kring rondom mij heen zaten twee zonen, een dochter, een schoonzoon, een schoondochter en een kleindochter. Iedereen wilde tegelijk vertellen over hun dierbare, ik had even een flash-back-ervaring: o ja, zo ging het ook wel eens in de klas! Hoezo is dit werk totáál anders? Qua inhoud is het anders, maar iets betekenen voor je medemens, dat doe je als juf en dat doe je zeker ook als uitvaartbegeleider. En dat is toch wat ik het liefste wil.
Inmiddels heb ik de opleiding met goed gevolg afgesloten. Het heeft de laatste weken heel wat bloed, zweet en tranen gekost……. Eindscriptie, eindpresentatie, kennistoets en een stelling formuleren en verdedigen, help, al deze dingen deed ik 30 jaar geleden voor het laatst! En tòen maakte ik mijn eindscriptie op de typemachine, ik had er gelukkig eentje mèt een correctielint! “Met wàt voor lint?” reageerden mijn kinderen. “Nooit van gehoord!” En zo had ìk er nog nooit van gehoord dat de computer de inhoudsopgave voor je maakt, een eyeopener dat dat kon! Ook grappig: mijn jongste zei “mam, als je straks een baan hebt, heb je wel méér geheugen nodig”. Ik reageerde met “nee hoor, een mens gebruikt maar een bepaald percentage van zijn geheugen, je hebt veel méér geheugencellen dan je gebruikt.” Hilariteit alom, hij bedoelde natúúrlijk het geheugen van de telefoon!
Intussen was ik ook al diverse keren bij mijn loopbaancoach van Cvites geweest en had ik met haar een cv opgesteld, sollicitatiebrieven geschreven, sollicitatiegesprekken geoefend en ik had workshops gevolgd over “solliciteren via sociale media” en “hoe werkt Facebook en hoe werkt LinkedIn?” Er ging echt een wereld voor mij open, de handgeschreven brief uit de tachtiger jaren bleek niet meer te bestaan en ik kwam er achter dat je in de uitvaartbranche vooral moet netwerken om een baan te krijgen.
En zo kwam ik worstelend, genietend en ongelooflijk veel lerend door het afgelopen schooljaar heen, ik slaagde met goede cijfers en ik sta nu voor een nieuwe uitdaging: op zoek naar een baan in de uitvaartzorg! Het liefst parttime, zodat ik daarnaast levensverhalen kan blijven schrijven, dat zou geweldig zijn! Eén ding heb ik er zeker van geleerd: je bent nooit te oud om een nieuwe uitdaging aan te gaan, nooit te oud om te leren! Een nieuw motto om aan mijn kinderen mee te geven!
Veronique Reimer , uitvaartbegeleider, ceremoniespreker en ritueel begeleider
06-22301264
v.reimer@ziggo.nl
© 2024 Cvites B.V.
Foto's: Reina de Vries, Jennet Haar Fotografie, De Foto Firma Studio en Agnes Bos | Fotografie - Website: Webba