Tag archieven: mobiliteit
Sanne Hoving
Hoe minder Pien Lockhorst te doen heeft, hoe beter. Want dat zou betekenen dat er weinig langdurig zieken zijn bij Treant, de zorgorganisatie waar ze al bijna dertig jaar werkt. Als mobiliteitsadviseur houdt Pien zich bezig met het zoeken naar nieuwe functies voor medewerkers die hun oude werk niet meer kunnen doen. En daar heeft ze haar handen vol aan.
Toen Pien twintig jaar geleden begon met het opzetten van het mobiliteitscentrum, was het ziekteverzuim in het Scheperziekenhuis meer dan 10%. Zo hoog als toen is het gelukkig nooit meer geworden, maar het verzuim in de zorg is nog altijd hoog en dat is bij Treant niet anders. Pien heeft de zorg van dichtbij zien veranderen, en ook haar eigen werk bleef in al die jaren niet hetzelfde.
Pien begon haar loopbaan als verpleegkundige. Ze kwam er al vroeg achter dat ze dat werk niet haar hele leven wilde doen, maar dat ze zelf aan het bed heeft gestaan is wel een voordeel in haar huidige baan. ‘Ik hoor wel eens van leidinggevenden dat ik begrijp wat mensen doen. Ik weet wat werkdruk is in de zorg. En ik weet wat administratieve last doet met medewerkers die zorg willen verlenen aan patiënten en bewoners.’
Meer administratie en zwaardere zorg
Die toegenomen administratielast is één van de grote veranderingen in de zorg, maar ook de zorgzwaarte is enorm toegenomen, zegt Pien. ‘Vroeger kwamen mensen met een gebroken enkel op orthopedie en lagen ze er een week. Nu zijn die mensen binnen een dag weer thuis. Alleen de mensen die echt niet thuis verzorgd kunnen worden, blijven in het ziekenhuis of gaan naar het verpleeghuis of woonzorgcentrum.’
Niet iedereen is geschikt om deze intensieve zorg te leveren. Sommige mensen die twintig jaar geleden met veel plezier in de zorg werkten houden het nu niet meer vol. Dat geldt ook voor de ouderenzorg. Tegenwoordig zijn er veel meer mensen met dementie. Die kunnen niet meer allemaal op een speciale afdeling worden ondergebracht, en dus komen ze ook in ‘gewone’ woonzorgcentra terecht. Verpleegkundigen en verzorgenden die niet meer met deze doelgroep kunnen werken, hebben daardoor steeds meer moeite om een passende werkplek te vinden.
Natuurlijk zijn er ook positieve ontwikkelingen, ziet Pien: ‘Er is veel meer techniek gekomen. Apparatuur en middelen zijn veel beter en mooier geworden. We doen voorzichtig wat met robotisering. Dat maakt het werk op sommige vlakken gelukkig weer wat makkelijker.’
Ziek is niet meer zomaar ziek
Ook in haar eigen vak is er veel veranderd, vertelt Pien. Er wordt anders gekeken naar verzuim. ‘Tegenwoordig wordt er veel zakelijker gekeken naar ziek zijn dan toen ik begon. Vroeger brak je een been en zat je zes weken ziek thuis. Nu wordt al snel gekeken of je dan nog wat administratief werk kunt doen. Je hebt een overeenkomst, levert een dienst en krijgt daarvoor salaris. En als je die dienst niet meer kunt leveren, ontstaat er een probleem.’
Dat klinkt hard, maar veruit de meeste mensen vinden het zelf ook heel vervelend dat ze ziek zijn en niet meer kunnen doen waarvoor ze betaald worden. Daarom helpt Pien ze met zoeken naar wat er dan nog wél kan.
Doorgaan tot je erbij neervalt
In eerste instantie wordt vaak gekeken naar ander werk op de eigen afdeling. ‘Mensen die bij het mobiliteitscentrum komen, hebben vaak al van alles geprobeerd’, vertelt Pien. Ze ziet geregeld mensen die ondanks een aangepast takenpakket of een kortere werkweek toch het werk niet volhouden.
‘Er zijn mensen die doorgaan tot ze erbij neervallen. En dan pas gaan ze zich afvragen welk ander werk ze kunnen doen. Het zou mooi zijn als ze zich iets vaker de vraag stellen hoe lang ze het nog volhouden en eerder actie ondernemen. Dit wordt wel meegenomen in jaargesprekken, maar we doen er nog te weinig mee, vind ik.’
De oplossing: meer rouleren
Een mogelijke oplossing is volgens Pien dat mensen meer gaan rouleren en op verschillende plekken in de organisatie rondkijken. Niet alleen voor de gezondheid van de medewerkers, ook voor de kwaliteit van de zorg levert dat voordelen op. ‘Laatst was er nog een medewerker van een verpleegafdeling die had stagegelopen op een poli in het ziekenhuis. Een inkijk krijgen op het werk op een poli gaf haar meer informatie over hoe processen lopen tussen verpleegafdelingen en poliklinieken. Zo’n medewerker kan zorgen voor meer begrip aan beide kanten omdat ze ziet waar de problemen vandaan komen.’
Ondanks de personeelstekorten in de zorg is het op maat maken van functies dan weer lastig volgens Pien. Het gebeurt wel, maar meestal alleen om mensen in hun eigen functie te behouden. Voor iemand die ergens nieuw geplaatst wordt, worden niet zo snel uitzonderingen gemaakt.
‘Passend werk is passend op de vacature’, vindt Pien. ‘Je moet niet de vacature nog moeten aanpassen. Daarvoor is het werk te complex en onvoorspelbaar. De patiënten en bewoners kunnen elke dag andere zorg nodig hebben, dus mensen moeten redelijk flexibel en allround zijn binnen hun functie.’
De helft vindt ander werk
Zo’n 50% tot 60% van de mensen die bij het mobiliteitscentrum binnenkomen, vindt een nieuwe baan. Meestal binnen de organisatie, soms ook daarbuiten, al willen de meeste mensen het liefst bij Treant blijven.
Pien is er trots op dat het al vijftien jaar lukt om ruim de helft van de kandidaten aan ander werk te helpen, ook al zijn de omstandigheden steeds lastiger. De meeste mensen die herplaatst worden gaan van een actieve functie naar meer zittend, fysiek lichter werk. Maar die plekken worden schaarser.
Zelf aan het stuur zitten
Tijdens de zoektocht naar ander passend werk zitten medewerkers soms lang in onzekerheid. Vaak loopt er een medisch traject waarvan de uitkomst onzeker is, na een jaar verliezen mensen 30% van hun inkomen en als ze na twee jaar geen nieuwe plek hebben verliezen ze hun baan.
‘Die onzekerheid is fnuikend’, zegt Pien. ‘Ik kan mensen niet zeggen hoe en waar het eindigt. Ik kan ze alleen aanmoedigen duidelijke keuzes te maken en actie te blijven ondernemen. Hoe meer ze zelf het stuur pakken hoe meer kansen er ontstaan. En de keuze kan in sommige gevallen ook zijn om te accepteren dat werken helemaal niet meer lukt.’
Na twintig jaar in deze functie heeft Pien recent een keuze voor zichzelf gemaakt. Vanaf januari werkt ze twaalf uur minder per week. Zo draagt ze geleidelijk het stokje over aan haar collega’s en houdt ze het werk voor zichzelf leuk. ‘Eigenlijk had ik dat al eerder willen doen, maar ik heb dat niet voldoende duidelijk gemaakt, denk ik’, zegt Pien. Ook voor haarzelf weer een les: duidelijkheid creëer je zelf, door uit te spreken wat je wilt en de consequenties van je keuzes te accepteren.
Per 1 juli 2015 gaat de transitievergoeding in. Werknemers die langer dan twee jaar in dienst zijn geweest krijgen bij ontslag een bedrag mee om de kans op een nieuwe baan te vergroten. Dit bedrag is afhankelijk van het aantal dienstjaren, het aantal contracturen en de hoogte van het salaris. Wanneer de transitievergoeding slim wordt ingezet kan deze de arbeidsmobiliteit vergroten. En dat is gunstig voor werknemers én werkgevers.
De transitievergoeding is volgens critici vooral een enorme lastenverhoging voor werkgevers. De negatieve berichtgeving over de wetswijziging zorgt voor veel onrust. Maar werkgevers kunnen de vergoeding ook in hun voordeel inzetten, bijvoorbeeld om het draagvlak voor veranderingen te vergroten of de doorstroom van personeel te bevorderen.
Sneller een nieuwe baan
Het is gemakkelijker om vanuit een baan een andere baan te vinden, dan om als werkzoekende aan de slag te komen. Hoe eerder iemand op zoek gaat, hoe groter de kans op een nieuwe baan. Bij dreigend ontslag, bijvoorbeeld in het geval van een op handen zijnde reorganisatie, kunnen werkgevers en werknemers hierop inspelen door alvast stappen te zetten die de kansen op de arbeidsmarkt vergroten. Kosten voor scholing en begeleiding van werk naar werk in het jaar voorafgaand aan het ontslag kunnen worden afgetrokken van de transitievergoeding, mits daarover goede afspraken zijn gemaakt met de werknemer.
Wat kan Cvites doen?
De adviseurs van Cvites denken graag met u mee hoe u de transitievergoeding zo slim mogelijk kunt inzetten en daarbij kunt aansluiten bij de wensen van de werknemer. Veel van onze diensten, zoals loopbaanoriëntatie, ePortfolio of een EVP/EVC-traject vallen binnen de transitievergoeding.
Meer weten?
Wilt u meer weten of hebt u behoefte om eens vrijblijvend over dit onderwerp te praten, neem dan gerust contact met ons op via info@cvites.nl of bel 0591-652970.
© 2024 Cvites B.V.
Foto's: Reina de Vries, Jennet Haar Fotografie, De Foto Firma Studio en Agnes Bos | Fotografie - Website: Webba